Toelichting

De fase voor de diagnose is de periode dat mensen zich zorgen maken over vergeetachtigheid of het veranderende gedrag van zichzelf, partner of familielid, maar nog geen diagnose 'dementie' hebben. In deze periode speelt vooral het 'niet-pluis' gevoel.

Het beter herkennen van signalen van dementie in de ‘niet-pluisfase’ kan het taboe doorbreken en er kan eerder hulp ingezet worden. Er zijn websites waarop zelftesten kunnen worden uitgevoerd: voor de persoon die mogelijk dementie heeft en voor diens omgeving.  Een zelftest is geen diagnostisch instrument, maar helpt om te besluiten wel of niet naar de huisarts te gaan met een klacht.

Omdat signalen van dementie ook veroorzaakt kunnen worden door een ziekte die wel te genezen is, is een tijdige diagnose van groot belang. Maar ook als er sprake is van dementie is het van belang. Hierdoor krijgen de betrokkenen de gelegenheid om zich voor te bereiden op de emotionele en praktische veranderingen die gaan komen.

Met een tijdige diagnose is er tijd om het leven opnieuw in te richten. De betrokkenen kunnen antwoord zoeken op vragen en juridische en financiële zaken regelen. Ook mantelzorgers van mensen met dementie zijn gebaat bij een vroegtijdige diagnose. Zij hebben de kans om met anderen te praten over hun veranderde relatie met hun partner, vader of moeder met dementie. Bijvoorbeeld hoe ze met hun opkomende irritatie kunnen omgaan als ze voor de zoveelste keer dezelfde vraag beantwoorden. Als mantelzorgers vroegtijdig hun ‘zorgen’ met anderen kunnen delen en kunnen leren hoe om te gaan met de gedragsverandering van hun naaste, dan zullen ze zich minder zwaar belast voelen.