overheid
er zijn vier overheden: de gemeente, de provincie, het rijk en de Europese Unie.
|
ambtenaar
werknemer in dienst van de overheid.
|
economische politiek
beleid van de overheid dat invloed heeft op het economische leven.
|
planeconomie
de overheid heeft een zeer grote invloed op het economische leven.
|
markteconomie
de invloed van de overheid op het economische leven is klein.
|
subsidie
tegemoetkoming in de kosten die worden gemaakt bij het maken van een product. Doel is het gebruik van het product te stimuleren.
|
accijns
extra belasting op producten om het gebruik van die producten af te remmen.
|
privatiseren
een overheidsbedrijf wordt een particulier bedrijf. Het omgekeerde heet nationaliseren.
|
gemengde economie
de overheid heeft invloed op het economisch leven, maar bepaalt lang niet alles.
|
particuliere sector
niet-overheidsbedrijven.
|
collectieve sector
overheidsbedrijven.
Wordt ook wel publieke sector genoemd.
|
collectieve overheidsproducten
overheidsproducten waarvan iedereen gebruikmaakt en die worden betaald uit de belastingopbrengst.
|
individuele overheidsproducten
producten die door de overheid aan één of meerdere personen worden geleverd en waar meestal voor betaald moet worden.
|
milieubeleid
overheidsmaatregelen die er op gericht zijn milieuvervuiling tegen te gaan.
|
maatschappelijke kosten
kosten voor bijvoorbeeld het opruimen van milieuvervuiling die betaald moeten worden door de overheid.
|
milieuvriendelijk gedrag
gedrag dat het milieu zo min mogelijk belast.
|