werknemer
iemand die werkt in dienst van een ander.
|
jaarcontract
arbeidsovereenkomst voor één jaar.
|
werkgever
iemand die werknemers in dienst heeft.
|
contract voor onbepaalde tijd
het tijdstip van het beëindigen van de overeenkomst ligt niet vast.
|
individuele arbeidsovereenkomst
overeenkomst waarin de rechten en plachten van de werkgever en werknemer zijn vastgelegd.
|
opzegtermijn
tijd tussen het bekendmaken dat je ontslag neemt en het moment dat je vertrekt.
|
arbeidsvoorwaarden
werkafspraken tussen de werkgever en de werknemer. Bijvoorbeeld over lonen en werktijden.
|
arbeidsmotieven
redenen om te gaan werken.
|
ontslag op staande voet
ontslag zonder opzegtermijn.
|
Arbeidstijdenwet (ATW)
wet waarin voor jongeren geregeld is wat voor soort werk ze mogen doen en op welke tijden ze mogen werken.
|
schoolverlater
iemand die (vaak zonder diploma) de school verlaat om te gaan werken.
|
positieve discriminatie
een groep werknemers bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven.
|
collectieve arbeidsovereenkomst (CAO)
gemeenschappelijke afspraken voor werkgevers en werknemers in dezelfde beroepsgroep.
|
minimumjeugdloon
loon dat personen jonger dan 23 jaar minimaal moeten verdienen.
|
Arbowet
wet op de arbeidsomstandigheden.
|
voltijdbaan (fulltime baan)
baan voor de hele week (36 of 40 uur).
|
deeltijdbaan (parttime baan)
baan voor een deel van de week.
|
primaire arbeidsvoorwaarden
afspraken over lonen en werktijden.
|
secundaire arbeidsvoorwaarden
afspraken over andere zaken dan over lonen en werktijden.
|
vakbond
vereniging van werknemers in ongeveer dezelfde beroepsgroep.
|
vakcentrale
samenwerkingsverband van verschillende vakbonden.
|
werkgeversorganisatie
samenwerkingsverband van werkgeversbonden.
|
algemeen verbindend
de minister verklaart een cao geldend voor alle werknemers van een beroepsgroep.
|
proeftijd
een periode van maximaal twee maanden waarin de werkgever en de werknemer de overeenkomst per dag kunnen opzeggen.
|