Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- voorbeelden noemen van bedrijfskosten.
- (met behulp van een voorbeeld) het verschil tussen afzet en omzet duidelijk maken.
- (in een voorbeeld) duidelijk maken wat het verschil is tussen de brutowinst en de nettowinst.
- de winst uitrekenen als de omzet, inkoopprijs en bedrijfskosten bekend zijn.