Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- twee redenen geven waarom jongeren een baantje willen hebben.
- uitleggen hoe ik de wet noem waarin staat hoeveel jongeren mogen werken.
- uitleggen wat het minimumjeugdloon inhoudt en een voordeel noemen van het minimumjeugdloon.