Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- een voorbeeld geven waaruit de betekenis van koopkracht duidelijk wordt.
- een voorbeeld bedenken waardoor het verschil tussen gebonden koopkracht en vrije koopkracht duidelijk wordt.
- het begrip noemen voor het steeds duurder worden van producten.
- twee redenen opschrijven waarom producten steeds duurder worden.
- met een voorbeeld duidelijk maken wat met kosteninflatie wordt bedoeld.