![]() |
Verhouding tussen vorst en adel |
Leger |
Permanent leger |
Leenman |
Centralisatie Die staten werden vanuit één centraal punt bestuurd door de vorst en zijn ambtenaren. Ze hadden vaak ook een eenheidsmunt. |
Hof Het geheel van personen waarmee een machthebber zicht omringt. De hofhouding bestond niet alleen uit de huishouding van de vorst, maar vormde ook het bestuurlijke en culturele centrum van een staat. |
Centraal gezag De vorsten gingen centraal – vanuit één punt (de hoofdstad) – hun gebied besturen. Daarvoor stelden ze ambtenaren aan, o.m. om de financiën te regelen. |
Bourgondisch Rijk Filips de Goede bouwde het Bourgondisch Rijk op. Zoon Karel de Stoute probeerde het rijk door oorlog uit te breiden. Door latere huwelijken kwam het rijk in handen van het Habsburgse Huis en kwam er een verbinding van het Bourgondische Rijk met Spanje. |
Directe dienaar Ambtenaren waren directe dienaren, zij waren persoonlijk in dienst van de vorst. |
Ambtenarenapparaat Een korps van (groep mensen die door hun beroep bij elkaar horen) ambtenaren. |
Ambtenaren Ambtenaren waren goed opgeleid en in dienst van de koning. Zij werden het 'gezicht' van de staat. |
Inkomstenbron Een koning of vorst had als grootste inkomstenbron, het ontvangen van geld, de belastingen van het volk. |
Belangen Redenen die mensen hebben om voor of tegen een bepaalde oplossing te kiezen. |
Bezit Wat van jou is, waar je eigenaar van bent. |
Verhouding Een onderling verband tussen bijvoorbeeld mensen, steden, gebieden. |
Adel De adel (de heren, de leenmannen) had van oorsprong een bevoorrechte positie. Zij beschouwde leen als persoonlijk en overerfbaar bezit. Een leen ging over van vader op zoon. |
Vorst Een monarch, ook wel vorst genoemd, is een soort staatshoofd. Een vorst heeft het gezag over het gebied waar hij of zij over regeert. |