Tijdvak 1 bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel |
Tijd |
Eindproduct |
Inleiding en Intro-opdracht |
0,5 lesuur |
- |
Opdracht: Jagers en verzamelaars |
2 lesuren |
Kruiswoordpuzzel maken of toetsvragen beantwoorden. |
Opdracht: Landbouwsamenlevingen |
2 lesuur |
Antwoord op vijf open vragen. |
Opdracht: De eerste steden |
1 lesuur |
Het ontwikkelen van een quiz of toetsvragen beantwoorden. |
Opdracht: Hoe stierf Ötzi? |
2 lesuren |
Onderzoeksverslag |
Opdracht: Soorten bronnen |
2 lesuren |
Bronverzameling over eigen onderwerp of toets |
Opdracht: Het eerste schrift |
2 lesuren |
Keuze tussen 2 schrijfopdrachten |
Opdracht: De mammoetjacht |
2 lesuren |
Het beantwoorden van een onderzoeksvraag en discussie voeren. |
Opdracht: Hunebedden |
3 lesuren |
Verslag maken over hunebedden |
Afsluiting |
2 lesuren |
Acht afbeeldingen zoeken en beschrijven die het tijdvak illustreren. |
Totaal | 18,5 lesuren |
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.