Standenmaatschappij Een standenmaatschappij is een samenleving waarin de bevolking in verschillende groepen of standen opgedeeld is. Elke stand heeft eigen rechten en plichten. Frankrijk was in de tijd dat Lodewijk XVI koning was een standenmaatschappij. Er waren drie standen: de eerste stand was de geestenlijkheid, de tweede stand was de adel en de derde stand waren de boeren, ambachtslui en burgers. |
De Staten-Generaal De Staten-Generaal was een vergadering waarin alle drie de standen vertegenwoordigd waren. In 1789 riep de Franse koning Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar om het probleem van de lege schatkist het hoofd te bieden. Het was sinds 1614 niet meer voorgekomen dat de Staten-Generaal bij elkaar geweest was. |
De eerste stand Tot de eerste stand behoorden mensen van de kerk: bisschoppen, priesters, monniken. De geestelijken betaalden geen belasting. |
De tweede stand De adel of edelen vormden de tweede stand. Zij werkten vaak voor de koning en hadden de hoge banen in het bestuur van het land. De edelen hoefden geen belasting te betalen. |
De derde stand De meeste mensen behoorden tot de derde stand. De derde stand moest de belasting betalen waarmee de koning het leger en het dure leven in de paleizen betaalde. De derde stand had geen stem in het bestuur van het land. |
De Nationale Vergadering De eerste bijeenkomst van Staten-Generaal sinds lange tijd eindigde in een ruzie tussen de derde stand en de andere twee standen. De derde stand riep daarop een eigen vergadering uit: de Nationale Vergadering. |
Republiek Een staat waar het staatshoofd door de bevolking gekozen wordt. Met de Franse Revolutie kwam er een einde aan de monarchie en werd Frankrijk een republiek met een grondwet. Dit was de Eerste Franse Republiek. |
Monarchie Alle macht is in handen van één persoon, de monarch. Dit noemen we ook wel een koninkrijk. |
Grondwet Bij het ontstaan van de Eerste Franse Republiek werd er een grondwet ingevoerd. In de grondwet staat dat iedere Fransman recht heeft op vrijheid en op gelijkheid. De standen werden afgeschaft. |
Napoleon Bonaparte In 1804 werd Frankrijk een keizerrijk onder Napoleon Bonaparte. Deze opper-bevelhebber van het leger was het gelukt de macht te grijpen in de rumoerige periode na de Franse Revolutie. Napoleon voerde een groot aantal oorlogen waarmee hij bijna heel Europa veroverde. In 1815 werd hij definitief verslagen. |
De Franse Revolutie Op 14 juli 1789 bestormden de revolutionairen in Parijs de gevangenis (de Bastille) en begon het geweldadige deel van de Franse Revolutie. De macht van de eerste en tweede stand werd gebroken en de koning, Lodewijk XVI, werd zelfs ter dood gebracht. Met de Franse Revolutie kwam er een einde aan de monarchie. |