Begrippen

Constantijn
Een Romeinse keizer die in 313 een einde maakte aan de christenvervolgingen. Constantijn had in diverse oorlogen belangrijke overwinningen geboekt. Hij was er van overtuigd dat dit kwam door de steun van de god van de christenen.
Clovis
Clovis was de koning van de Franken. In het jaar 496 zou hij tegenover een overmacht van vijandige Almannen hebben gestaan. Het verhaal ging dat nadat Clovis tot de god van de christenen had gebeden, hij zijn vijanden op eenvoudige wijze versloeg.
Het bekeren van de Franken
Na de overwinning van Clovis bekeerden de Franken zich tot het christendom. Het was een belangrijke gebeurtenis: het bondgenootschap tussen Clovis en de Kerk maakte beide partijen sterker. De Kerk kon vertrouwen op de militaire kracht van de Franken en de verdere verspreiding van het christendom. Clovis werd bij zijn veroveringen gesteund door de Kerk.
Theodosius
Een Romeinse keizer die in 394 het christendom uitriep tot staatsgodsdienst. Iedereen die in het Romeinse Rijk woonde was nu verplicht christen. Keizer Theodosius bestreed andere godsdiensten. Het christendom was voor Theodosius een belangrijk middel om eenheid te krijgen in het grote Romeinse Rijk. Als iedereen in één god geloofde was het makkelijke om één volk te zijn.
Drie geloften van de monniken
De drie geloften die monniken moesten afleggen om in een klooster te mogen leven zijn: armoede (monniken hadden geen persoonlijke bezittingen), kuisheid (monniken mochten niet trouwen) en gehoorzaamheid aan de abt.
Keizer
Keizer is de hoogste vorstelijke titel en staat voor de heerser waaraan alle andere vorsten ondergeschikt zijn. In het jaar 800 werd Karel door de paus tot keizer van het ‘West-Romeinse Rijk’ gekroond.
 
Karel de Grote
Karel de Grote wordt vaak als de belangrijkste vorst van de vroege Middeleeuwen gezien. Het Frankische rijk was onder zijn leiding het grootst. Heel zijn leven trok Karel ten strijde.
Ondeelbaar bondgenootschap
Een onderling verbond en/of verdrag. De kroning van Karel tot keizer was een manier om te laten zien dat de keizer en de paus een ondeelbaar bondgenootschap vormden.
Heidenen
In het noorden van Europa leefden nog veel volkeren, zoals de Friezen en de Saksen, die niets moesten hebben van het christelijke geloof. Zij werden daarom heidenen genoemd. Paus Gregorius I (590 - 604) wilde deze volkeren graag bekeren. Hij stuurde verschillende missionarissen naar de gebieden waar deze heidenen leefden.
Monniken
Een man die in een klooster leeft. Naast de godsdienstige plichten, zoals bidden, hadden de monniken ook andere plichten. Ze bestudeerden religieuze boeken en schreven die over. En ze zorgden voor het verbouwen van voedsel en lieten wegen aanleggen in de buurt van het klooster.
Missionaris
Een missionaris is een geestelijke (vaak een monnik) die probeert andere mensen tot zijn godsdienst te bekeren.
Klooster
Een klooster is een plek waar monniken bij elkaar wonen en leven in navolging van Jezus.
De heilige Benedictus
De heilige Benedictus (480-547) wordt wel de vader van het kloosterleven genoemd. Hij heeft opgeschreven hoe de monniken in de kloosters moesten leven.
Staatsgodsdienst
Een staatsgodsdienst is de officiële godsdienst van een bepaalde onafhankelijke staat.