In de tabel zie je de jaaruitgaven van een gezin.
Uitgaven | Bedrag |
Voeding | € 4.430,- |
Kleding en schoeisel | € 9.600,- |
Hygiëne en geneeskundige verzorging | € 2.120,- |
Ontspanning | € 6.420,- |
Overige bestedingen | € 1.030,- |
Totaal | € 23.600,- |
Bereken ook hoeveel procent van de totale uitgaven wordt uitgegeven aan primaire producten. Rond je antwoord af op een geheel getal.
Heeft iedereen in de klas, denk je, hetzelfde antwoord?
Leg uit waarom er verschillende antwoorden mogelijk kunnen zijn.