- Mythologische verhalen komen uit het oude Griekenland
- In mythologische verhalen spelen (half)goden altijd een belangrijke rol
- De goden in deze verhalen zijn goddelijk en menselijk tegelijk: aan de ene kant zijn ze onsterfelijk en beschikken ze over grote krachten, maar aan de andere kant zijn ze ook jaloers, eigenwijs of trots.
- De plaats en tijd in deze verhalen zijn vaak onbepaald ('ooit, ergens hier ver vandaan...')
- Mythologische verhalen worden vaak gebruikt om een natuurverschijnsel (zoals bijvoorbeeld onweer) te verklaren of ze vertellen wat er gebeurt als mensen ongehoorzaam zijn aan de wil van de goden.
- mythologische verhalen zijn eeuwenlang aan elkaar doorverteld; er is dus niet altijd een schrijver of 'bedenker' bekend.
- De bekendste schrijver van mythologische verhalen is Homerus, die de Ilias en de Odyssee schreef. We weten alleen dat hij deze verhalen heeft opgeschreven. Of hij ze ook zelf heeft bedacht, kunnen we niet met zekerheid zeggen.
De Olympus en haar bewoners
De belangrijkste goden woonden op een hoge, onbereikbare berg in het noorden van Griekenland: de Olympus. Hier woonden dus onder andere:
- Zeus, de oppergod die je kunt herkennen aan een bliksemstraal in zijn hand
- Hera, zijn jaloerse vrouw
- Athena, de dochter van Zeus; zij was zo slim omdat ze uit het hoofd van Zeus zelf geboren was: Athena was dan ook de godin van de wijsheid
- Apollo, de zoon van Zeus en de god van de kunst en de muziek. Je ziet hem vaak met een lier (een soort harp) en een lauwerkrans op zijn hoofd.
- Aphrodite, de godin van de schoonheid én de liefde

De twee broers van Zeus woonden niet op de Olympus.
- Hades, de god van de onderwereld, woonde onder de aarde. Hij was de beheerder van de hel, een plek waar de zielen heengingen van de mensen die gestorven waren. Om er te komen, moest je eerst de ondergrondse rivier de Styx oversteken. Je werd vaak begraven met een stuiver onder je tong. Daarmee kon je, als je bij de onderwereld kwam, Charon betalen. Dat was de veerman die je naar de overkant van de rivier bracht. Slechts drie mensen zijn er ooit in geslaagd de hel binnen te dringen, én er levend weer uit te komen: Herakles, Odysseus en Orpheus.
- Poseidon, de god van de zee en het water, woonde in de oceaan. In het Latijn heet hij Neptunus en je kunt hem herkennen aan de drietand waarmee hij vaak wordt afgebeeld. Die gebruikte hij om eens flink in het water te roeren, zodat het ging stormen. In de Odyssee zorgde hij er onder meer voor dat de hoofdpersoon, Odysseus, er ruim tien jaar over zou doen om na de strijd om Troje weer veilig thuis te komen in Ithaka.
Andere bekende mythologische figuren zijn:
- Herakles, de oersterke zoon van Zeus, die met zijn blote handen een leeuw versloeg
- de Medusa, de vrouw met een kapsel van slangen op haar hoofd en een blik die iedereen deed verstenen
- Cerberos, de driekoppige hond die de ingang van de Hellepoort bewaakt
- Pegasus, het paard dat kon vliegen