Eindopdracht

Je gaat het thema ‘Zo doe je dat!’ afronden.

Met een klasgenoot maak je een instructie voor een knutselopdracht. Jullie leggen stap voor stap uit hoe je het knutselwerk moet maken. De instructie bestaat uit beelden en tekst. Je hebt hier ongeveer twee lesuren voor nodig. 
 

Aan de slag!

  1. Bedenk samen een leuke 3D-knutselopdracht voor kinderen tussen de 10 en 12 jaar. Denk bijvoorbeeld aan:
    - een vogelhuisje van een leeg melkpak;
    - een luchtballon van papiermaché;
    - een auto van gerecycled materiaal.
  2. Bedenk een titel voor de knutselopdracht. Noteer deze bovenaan.
  3. Bedenk wat de kinderen nodig hebben om het te maken. Schrijf dat onder het kopje: Wat heb je nodig?
  4. Zet elke stap onder elkaar op een (klad)papiertje.
  5. Bedenk samen welke stappen je kunt samenvoegen. Maak er in totaal 6 tot 8 stappen van.
  6. Maak van elke stap een tekening. Maak gebruik van de gereedschapskist als je wilt weten hoe je een schematische tekening maakt.
  7. Bedenk bij elke tekening een eenvoudige zin of tekst. Houd het kort en duidelijk. Gebruik de gebiedende wijs. Schrijf de tekst onder/naast de tekening.
  8. Vraag een klasgenoot om de instructie te lezen. Vraag of je klasgenoot de opdracht zonder hulp zou kunnen maken.
  9. Pas de instructie aan als dat nodig is.

Beoordeling
Je docent let op het volgende:

Klaar?
Lever de instructie in bij jullie docent. Overleg met de docent of jullie de opdracht mogen uitvoeren bij een van de kunstvakken of bij techniek

Schematische tekening maken

Met een schematische tekening kun je iets duidelijk weergeven. In tegenstelling tot natuurgetrouwe tekeningen bevat een schematische tekening weinig details.