Stap 2: Ezelsbruggetje

Om te onthouden of je woorden aan elkaar of los moet schrijven, kun je het volgende ezelsbruggetje gebruiken:

'Woorden met er, hier en daar, schrijf je aan elkaar'.

Denk bijvoorbeeld aan: eraf, erbij, erbovenin, erbovenop, hierachterlangs, hierdoorheen, daaronderuit en daarvanaf.

Voorbeeldzinnen: