Wat ga ik doen?

Activiteiten

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Lees de Kennisbank en maak de oefeningen.
Stap 2 en Zoek op internet naar (lijsten met) scheidbare werkwoorden. Bespreek en vergelijk deze met een klasgenoot.
Stap 3 en Scheidbare werkwoorden: voorvoegsel + een werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot.
Stap 4 en Scheidbare werkwoorden: het woordje 'te' tussen voorvoegsel en werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot.
Stap 5 en Scheidbare werkwoorden: het woordje 'ge' tussen voorvoegsel en werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Samenvattend Hier vind je de Kennisbanken die hoort bij deze opdracht.
Eindopdracht: Puzzel maken Je sluit de opdracht af met het maken van een puzzel.
Extra opdracht In overleg met je docent maak je de extra oefening op het werkblad.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.