Activiteiten
Aan de slag | ||
Stap | Activiteit | |
Stap 1 | ![]() |
Lees de Kennisbank en maak de oefeningen. |
Stap 2 | ![]() ![]() |
Zoek op internet naar (lijsten met) scheidbare werkwoorden. Bespreek en vergelijk deze met een klasgenoot. |
Stap 3 | ![]() ![]() |
Scheidbare werkwoorden: voorvoegsel + een werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot. |
Stap 4 | ![]() ![]() |
Scheidbare werkwoorden: het woordje 'te' tussen voorvoegsel en werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot. |
Stap 5 | ![]() ![]() |
Scheidbare werkwoorden: het woordje 'ge' tussen voorvoegsel en werkwoord. Maak de oefening. Vergelijk je zinnen met die van je klasgenoot. |
Afronding | ||
Onderdeel | Activiteit | |
Samenvattend | ![]() |
Hier vind je de Kennisbanken die hoort bij deze opdracht. |
Eindopdracht: Puzzel maken | ![]() |
Je sluit de opdracht af met het maken van een puzzel. |
Extra opdracht | ![]() |
In overleg met je docent maak je de extra oefening op het werkblad. |
Terugkijken | ![]() |
Terugkijken op de opdracht. |
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.