Lees de intro van deze opdracht nog eens door. Kun je nu nog meer samenstellingen opnoemen die een andere betekenis hebben als je ze los van elkaar noteert?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
Kun je wat je moet kunnen?
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 1 uur met de opdracht bezig zou zijn.
Had je die tijd ook nodig voor deze opdracht of kwam je tijd te kort?
Inhoud
Je moest in deze opdracht veel overleggen met klasgenoten. Hoe verliep dit overleg?
Wat vond je lastig aan het overleggen en wat juist prettig? Heb je steeds met dezelfde klasgenoot overlegt?
Waarom wel of niet?
Eindopdracht
Wat vond je van de eindopdracht?
A: Heb je de toets met een voldoende afgesloten?
Zo niet, wat heb je er aan gedaan om te zorgen dat je bij een tweede kans wel een voldoende zou halen?
Was dit genoeg of had je nog hulp nodig van een docent?
B: Hoe vond je het om met de samengestelde woorden zinnen en uitdrukkingen te maken?
Vond je dat lastiger of minder lastig dan het samenstellen van de woorden? Leg je antwoord uit.
Extra opdracht
Heb je de extra opdracht gemaakt? Ging het goed?