Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- twee kenmerken noemen van een zakelijke brief.
- uitleggen wat ik in de inleiding, middenstuk en slot schrijf.
- aangeven uit welke onderdelen een zakelijke brief bestaat.
- het verschil aangeven tussen formeel en informeel taalgebruik.
- een voorbeeld geven van het gebruik van spreektaal en van schrijftaal.