Bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg (het binnenste van je botten).
Als de cellen rijp zijn, zwermen ze uit naar de bloedbaan waar ze door het plasma vervoerd worden door het lichaam.
Eenmaal in de bloedbaan hebben bloedcellen een beperkte levensduur.
Rode bloedcellen leven 120 dagen.
Witte bloedcellen leven gemiddeld twee dagen en bloedplaatjes leven maar tien dagen.
In je lichaam worden voortdurend enorme aantallen oude cellen afgebroken en vervangen door nieuwe.
Er zijn 3 soorten bloedcellen: rode bloedcellen, wittebloedcellen en bloedplaatjes.