Begrippenlijst

Platteland en agrarische revolutie

Kinderarbeid
Omdat de lonen laag waren, telde elke cent mee die verdiend kon worden. Het gevolg was dat ook veel kinderen in de fabrieken werkten. In sommige fabrieken waren kinderen zelfs heel gewild omdat hun kleine handjes geschikt waren voor dat soort productie.

Arbeidsproductiviteit
De hoeveelheid productie die per tijdseenheid geproduceerd wordt door één arbeider.

Werkloosheid
De staat waarin je verkeert als je werkloos bent. Je bent werkloos als je geen betaald werk hebt, maar dat wel zou willen.

Agrarische revolutie
Vond plaats voorafgaand aan de industriële revolutie. Door technische verbeteringen steeg de arbeidsproductiviteit in de landbouw. De stijgende arbeidsproductiviteit maakte veel arbeiders overbodig. Er ontstond werkloosheid. Het overschot aan arbeidskrachten op het platteland maakte de industriële revolutie mede mogelijk. Er waren immers arbeiders genoeg die de fabrieken in de steden konden bemannen.

Gevolgen van de industrialisatie, leefomstandigheden
De arbeiders kwamen vaak in kleine, slechte woningen terecht, waar ze met grote gezinnen woonden. Er was geen riolering of stromend water en vaak ook geen daglicht of ventilatie. De omstandigheden waren dus beroerd en leidden tot veel ziektes. Langzaam zagen steeds meer mensen hoe erg deze sociale kwestie was en probeerden ze er iets aan te doen.