Begrippenlijst

Het streven van vorsten naar absolute macht

Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.

Huwelijkspolitiek
Vorsten probeerden door strategisch huwelijken hun machtspositie te versterken en hun grondgebied te vergroten.

Absolutisme
Absolutisme is een manier van regeren waarbij alle macht bij de koning (vorst) van het land ligt. Hij kan alles zelf beslissen, zonder dat anderen invloed hebben.

Hofhouding
De hofhouding of het hof is het geheel van personen waarmee een (geestelijke) machthebber zich omringt. De hofhouding bestond in de vroegere eeuwen niet alleen uit de huishouding van een vorst, maar vormde ook het bestuurlijke en culturele centrum van een land en kon wel een paar duizend personen omvatten.
Verpersoonlijking
De identiteit van iemand anders aannemen door gebruik te maken van de identificatie van die persoon.
Koning Karel I van Engeland
Karel I was koning. Hij is de enige Britse vorst ooit die werd afgezet en onthoofd.
Ferdinand II
Habsburgse vorst en keizer van het Heilige Roomse Rijk in de periode 1620 - 1637.
Lodewijk de XIV
Lodewijk XIV (1638-1715), de Zonnekoning van Frankrijk, was 72 jaar koning van Frankrijk. Tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV bereikte het absolutisme een hoogtepunt.
Centralisatie
Het streven naar een organisatie of natie die zo veel mogelijk vanuit één centraal punt of zelfs door één centraal orgaan of persoon bestuurd wordt.