Begrippenlijst

Burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur

Gewest
De gewesten waren de delen van het land. Zij hadden besloten samen te werken op het vlak van buitenlandse politiek en oorlog om zo sterker te staan.

Soevereiniteit
Het hoogste gezag.

Grootmacht
Een partij, vaak een staat, met een dominante positie op een bepaald gebied.

Wapenstilstand
Een wapenstilstand, bestand of staakt-het-vuren is een officieel tussen oorlogvoerende partijen afgesproken onderbreking van oorlogshandelingen.

Economische wereldmacht
De Republiek dreef zeer veel handel (voornamelijk over zee) en werd daardoor het rijkste land ter wereld.

Kooplieden
Personen die handelsproducten kopen of verkopen om winst te maken.

Staten-Generaal
Hoogste politieke bestuurlijke orgaan waarin de gewesten of provincies waren vertegenwoordigd en konden meebeslissen.

Calvinistische staat
Staat waarin de gereformeerde kerk de enige door de overheid erkende kerk was.

Stadhouder
Titel van een van de belangrijkste functionarissen in de Republiek.

Raadpensionaris
Eerste ambtenaar en adviseur op het gebied van recht. Advocaat van het land of gebied.