Dit artikel behandelt eerst de achtergronden die de leerkracht moet kennen, en daarna komen diverse manieren om de kinderen te leren kennen aan bod. Aan het einde vind je nog een paragraaf over de verschillende leerstijlen van een kind.
De leefwereld
Een leerkracht moet de leefwereld van zijn leerlingen leren kennen. Maar wat wordt daaronder verstaan? Onder de leefwereld vallen de etnische, sociale en culturele achtergronden van de kinderen:
Het is dus belangrijk dat een leerkracht hier kennis van heeft, zodat hij goed kan afstemmen met de ouders. Want als de relatie tussen de school en de ouders goed is, dan heeft dat een positief effect op de ontwikkeling van het kind. Een vraag die de leerkracht hierbij kan stellen, is: Wat raakt deze kinderen en wat houdt hen bezig?
Bepalen van de beginsituatie
De beginsituatie is het niveau wat de kinderen al beheersen voordat de leerkracht start met de les. Het is belangrijk dat de leerkracht rekening houdt met het niveau van de kinderen en de lesstof laat aansluiten bij de kennis en vaardigheden die de leerlingen al hebben. Om de beginsituatie te bepalen is meer nodig dan alleen kennis van het niveau van de groep en de schoolsituatie. Het is daarnaast van belang dat de leerkracht weet wat er in de leefwereld van zijn leerlingen speelt. Ook moet de leerkracht weten waar de interesses van de kinderen liggen en wat hun belevingswereld is. Tenslotte is kennis van de ontwikkeling van het kind nodig. Al deze factoren zorgen voor aansluiting bij de beginsituatie.
Er zijn dus verschillende facetten die meespelen bij de beginsituatie. Maar: hoe kan de leerkracht nu snel en adequaat de beginsituatie vaststellen? Daar zijn verschillende manieren voor: het gesprek, observatie, onderzoek door middel van experiment, sociogram, toetsen en testen en tenslotte video-interactie. Deze manieren zullen één voor één behandeld worden.
Kijk voor meer info over sociogrammen op http://wij-leren.nl/sociogram-tips.php
Het gesprek
Het gesprek is de meest open en directe manier om informatie te verzamelen. De houding van de leerkracht is heel belangrijk voor het verloop van het gesprek. Hij moet zich empatisch opstellen en het kind accepteren zoals het is. Enkele algemene tips:
Observatie
Tijdens het werken ziet en hoort een leerkracht van alles. Als hij doelgericht op een bepaald aspect van een kind gaat letten, dan ben je aan het observeren. De bevindingen worden genoteerd. Bij observeren is het belangrijk dat dit zo objectief mogelijk gebeurt. Dat houdt in dat de leerkracht alleen beschrijft wat hij ziet en er geen interpretatie aan verbindt.
Observatieformulier
Een observatieformulier is een formulier dat gebruikt wordt bij het observeren van leerlingen. Observeren is het waarnemen van een persoon en beschrijven wat je ziet.
Op een observatieformulier staan vragen en/of punten waar de observator op let. Een observatieformulier kan algemeen zijn, maar ook specifiek gericht op een gedragsstoornis. Er zijn verschillende gevallen waarin een leerkracht een observatieformulier gebruikt, bijvoorbeeld:
- Om te onderzoeken in welke ontwikkelingsfase de leerling zit.
- Om te kijken waarom een kind vastloopt bij bepaalde opdrachten.
- Om te onderzoeken waarom de leerling afwijkend gedrag vertoont.
- Om meer te weten te komen over de belevingswereld van een kind.
Onderzoek door middel van experiment
Als de leerkracht specifiek gedrag wil onderzoeken, dan kan hij een situatie inrichten die het gedrag van het kind oproept. Via een of meer opdrachten nodigt hij de leerling uit om dingen te doen. Daardoor krijgt de leerkracht in korte tijd redelijk inzicht in het gedrag. Om de betrouwbaarheid van de informatie te vergroten, moet de opdracht nieuw zijn voor een kind. Ook moet de gecreëerde situatie zo natuurlijk mogelijk zijn.
Sociogram
Door een sociogram krijgt de leerkracht inzicht in de onderlinge relaties en de positie van het kind in de groep. De vraagstelling die de leerkracht voorlegt aan zijn leerlingen, hangt af van het doel. Wil de leerkracht weten hoe de relaties in de klas zijn op basis van vriendschap, dan kan de vraag zijn: Met welke twee kinderen speel je het liefst samen op school? Als de leerkracht wil weten hoe de relaties in de klas zijn op basis van samenwerking, dan kan de vraag zijn: Met welke twee kinderen maak je het liefst samen een taak? Als de uitkomsten verwerkt worden in een tabel (sociomatrijs) of een grafische weergave (sociogram) dan wordt duidelijk welke kinderen vaak ingevuld zijn of juist niet.
Omdat het sociogram een momentopname is, is het goed om het meerdere keren per jaar in te vullen, zodat het beeld betrouwbaar wordt. Het is belangrijk dat de leerkracht ook daadwerkelijk iets doet met negatieve uitkomsten. Daarbij kan hij zichzelf de vraag stellen: welke groepsvormen, opdrachten en begeleiding kan ik inzetten om het patroon te veranderen?
Toetsen en testen
Om te kijken hoe leerlingen er op dit moment voor staan, kunnen toetsen afgenomen worden. Er zijn verschillende soorten toetsen: schoolvorderingstoetsen (bijvoorbeeld DLE), leesvoorwaardentoetsen, functietesten, intelligentietesten en persoonlijkheidstesten.
Video-interactie
Een leerkracht kan ook video-opnames maken van de onderwijsactiviteiten. Aan de hand daarvan kan het gedrag van leerlingen en van de leerkracht zelf geobserveerd worden. Naderhand kan de leerkracht de video analyseren en verbeterpunten opstellen.
Op deze zes manieren kan de leerkracht zijn leerlingen beter leren kennen. Afhankelijk van wat de leerkracht wil weten, kan hij kiezen voor een bepaalde aanpak. De bovenstaande manieren zijn allemaal formele manieren om de leerlingen te leren kennen. Maar daarnaast zijn er natuurlijk de informele gesprekken met kinderen, die ook een belangrijke informatiebron zijn. Juist die gesprekken geven de leerkracht de kans om een goede relatie met de kinderen op te bouwen. Dat is onmisbaar als hij zijn leerlingen goed wil begeleiden en stimuleren in hun ontwikkeling.
Leerstijl
De leerstijl is de wijze waarop geleerd wordt. Dit is per persoon verschillend. Vermunt omschrijft het begrip leerstijl als: ‘een samenhangend geheel van leerstrategieën, leermodellen en leeroriëntatie, dat kenmerkend is voor een lerende in een bepaalde periode’.
Vermunt onderscheidt vier leerstijlen:
Leerstijl volgens Vermunt: http://edu.hethooghuis.nl/vz/leren-en-coachen/testvermunt.htm
Ook Kolb heeft vier leerstijlen benoemd:
De leerlingen kunnen een test doen op: https://www.123test.nl/leerstijl/
(http://wij-leren.nl/leerlingen-leren-kennen.php)