In deze activiteit doe je het volgende:
De meest gebruikte vorm van medicijntoediening is via een pilletje/tablet(je). In medicijnen is een werkzame stof aanwezig. De weg door het lichaam start dan in de mond. Als er niet op het pilletje wordt gekauwd, komt die slechts zeer korte tijd in aanraking met speeksel. Aanwezige enzymen die de afbraak van voedsel regelen, zoals amylase voor de afbraak van zetmeel, krijgen op deze manier nauwelijks een kans. Na doorslikken komt het pilletje in de slokdarm terecht, die geen enkele rol speelt bij de afbraak, maar het medicijn met de werkzame stof slechts verplaatst richting de maag.
Om te weten te komen of stof X geschikt is om in tabletvorm via de mond te worden ingenomen, heb je wel wat meer kennis nodig. Aan de hand van het " Intern Dossier, activiteit 3" gaan we verschillende aspecten van pillen in de spijsvertering bekijken.
De maag
Bestudeer eerst bron 3.1 van het Intern Dossier. De belangrijkste functie van de maag is de opslag van voedsel, om dit in kleine hoeveelheden door te geven aan de dunne darm. Het pilletje zal dus enige tijd in de maag verblijven.
Is dat wel goed voor het pilletje (of de werkzame stof in het pilletje)? We moeten namelijk wel weten of de werkzame stof in het medicijn werkzaam blijft. We nemen ter vervanging van maagsap 0,1 M .