Activiteit 4 - Elektrolyten en stroom

Elektrolyten en stroom
We gaan onderzoeken wat stroom doet met een kopersulfaatoplossing.

Om dit te onderzoeken gebruiken we een petrischaal met daarin een gel met putjes en gootjes, zie figuur hiernaast. In een gel kunnen opgeloste stoffen zich maar heel langzaam door het water verspreiden. We kunnen dus beter in de gaten houden of er door de elektrische stroom iets gebeurt. Gel ken je als het spul voor je haren, maar pudding, gebonden sauzen en jam zijn ook voorbeelden van een gel. We gebruiken een stevige gel met als bindmiddel agar, een stof die wordt gewonnen uit zeewier. Biologen gebruiken zulke gels om te kijken hoe bacteriën en schimmels groeien. De agar-gel zorgt ervoor dat die schimmels op hun plek blijven. De bovenste afbeelding is een schematische opstelling. De andere afbeelding is een foto van dezelfde opstelling.


Aan de slag 6: Elektrolyten en stroom - teamopdracht
We gaan onderzoeken wat stroom doet met een kopersulfaatoplossing. In een gel kunnen opgeloste stoffen zich maar heel langzaam door het water verspreiden. We kunnen dus beter in de gaten houder of er door de elektrische stroom iets gebeurt.

Benodigdheden
(blauwe) kopersulfaat-, kaliumjodide- en bariumnitraatoplossing
agar gel met gleuven in een petrischaaltje
Koperenplaatjes, gelijkspanningsbrond

Werkwijze

  1. Doe (blauwe) kopersulfaatoplossing in het centrale gootje, kaliumjodide in de bovenste putjes (links en rechts), en bariumnitraatoplossing in de onderste twee (links en rechts).
  2. Maak de volgende vraag eerst individueel en bespreek daarna het antwoord met je buurman/-vrouw; Wat verwacht je dat er gebeurt als je deze opstelling verder met rust laat?
  3. Sluit de linker koperplaat aan op de pluspool van een gelijkspanningsbron en de rechter koperplaat op de minpool. Stel de spanning in op ongeveer 10 volt.

Vragen

  1. Teken in het figuur in jullie teamboekje wat je hebt gezien. Hiernaast staat dezelfde afbeelding.
  2. Kijk nog eens naar het antwoord van vraag a van deze ‘Aan de slag’ en vraag c van ‘Aan de slag 5’. Wat zie je daarvan bij deze proef terug?
  3. Deze reacties vinden nu blijkbaar niet plaats in de putjes maar er tussen in! Waaraan moet je het verschil toeschrijven?
  4. Leg uit dat uit deze proef niet volgt dat kopersulfaat in zijn geheel naar links of naar rechts gaat.
  5. Als iets uit kopersulfaat naar rechts gaat en iets anders naar links, wat kan daarvan de oorzaak zijn?
  6. Welke conclusie trek je uit het feit dat reactieproducten niet in de putjes van kaliumjodide en bariumnitraat ontstaan maar daar ergens tussenin?

Door de elektrische stroom is iets uit kopersulfaat naar rechts gegaan en heeft daar met (iets uit) kaliumjodide gereageerd. Door de elektrische stroom is iets uit kopersulfaat naar links gegaan en heeft daar met (iets uit) bariumnitraat gereageerd.

  1. Welke conclusie trek je uit het feit dat je het reactieproduct van de reactie tussen kopersulfaat en kaliumjodide wel rechts maar niet links ziet ontstaan?