Het maakt voor een boer, tuinder of tuinier, biologisch of regulier, nogal wat uit op wat voor grond hij/zij ‘boert’. Klei geldt van oudsher als vruchtbare grond, zand is uitgesproken mager.
Pas aan het eind van de 19e eeuw kon dit verschil minder worden, doordat kunstmest toen redelijk goedkoop beschikbaar kwam.
Dat grote verschil wordt veroorzaakt door drie zaken:
07 - individueel
De volgende vragen zijn inleidend voor het practicum. Noteer ze in je (digitale) schrift.
Je weet uit de practica bij activiteit 2 dat planten bestanddelen uit zouten nodig hebben om goed te kunnen groeien.
Je hebt ook gelezen dat niet alle grondsoorten even vruchtbaar zijn. In het volgende practicum onderzoek je één van de factoren die daarop van invloed zijn.
Stel je de volgende situatie voor: je hebt net met veel zorg jouw moestuin bemest met de juiste hoeveelheid kunstmest. (Wat juist zou zijn heb je gehoord van een laboratorium dat een monster van jouw tuin had onderzocht.) Nu begint het hard te regenen en dat houdt dagenlang aan. Je weet ook, dat de zouten die jij hebt gestrooid, behoorlijk oplosbaar zijn in water.