Activiteit 10

010 - individueel
Er zijn in deze module heel wat aspecten aan de orde geweest die voor de landbouw belangrijk zijn. Ze passeerden in vraagvorm de revue. Als je over elk van deze aspecten een verhaaltje kunt vertellen aan de hand van steekwoorden, ben je niet alleen goed voorbereid op toetsen, maar kun je ook verantwoord meepraten over deze ook buiten school belangrijke onderwerpen. Het is niet zeker dat je al deze vragen direct kunt beantwoorden. Overleg waar nodig met je begeleider.

Doe dit eerst individueel. Schrijf voor elk van de hieronder gestelde vragen de steekwoorden op die jij belangrijk vindt voor zo’n verhaaltje.


  1. Welke twee manieren bestaan er om er achter te komen welke elementen planten nodig hebben? Hoe werken ze?
  2. Die elementen kun je toedienen door bepaalde zouten in het water op te lossen of op de grond uit te strooien. Die zouten moeten dan wel oplosbaar zijn in water. Wat gebeurt er volgens de theorie als een zout oplost?
  3. Hoe kwam je aan jouw kennis over ‘dingen die gaan?’. Hoe noemen we die dingen officieel? Toon aan de hand van een voorbeeld hoe je ze opschrijft. Leg ook uit dat dit dé manier is om te laten zien of een elektrolyt oplost of niet en zo ja, hoe dat gaat.
  4. Grondsoorten en weersomstandigheden maken het moeilijk om precies uit te maken hoeveel (kunst)mest je moet geven. Hoe kun je te weten komen wat ongeveer nodig is?
  5. Op grond van welke kennis zou een adviesbureau bij de analyse van een grondmonster tot een bemestingsadvies kunnen komen?
  6. Welke factoren maken dat klei zoveel geschikter is voor de groei van planten dan zand?
  7. 'Biologisch boeren' staat voor gebruik van natuurlijke voeding voor de planten. Welke producten komen in aanmerking? Hoe kunnen die boeren weten dat hun manier van doen wetenschappelijk verantwoord is?

Neem vervolgens deze kennisbank items nog eens door als je dit nodig acht.
KB: Soorten stoffen