Activiteit 6

In activiteit 4 heb je de wateropname van wol, katoen en luierkorrels onderzocht. Luierkorrels kunnen veel meer water opnemen dan wol en katoen. Vervolgens heb je foto’s van de mesostructuren bekeken. In luierkorrels zitten gaten maar het is onmogelijk dat al het water in de gaten gaat zitten. Waar blijft het water dan?

In activiteit 5 heb je ontdekt dat door de toevoeging van water aan behangplaksel en alginaat er stroperige, gietbare mengsels ontstaan. Met luierkorrels ontstaat een gel. Dat komt omdat de luierkorrels het water als het ware vasthouden.

Waarom kunnen sommige stoffen en materialen veel meer water opnemen dan andere? Waarom is een mengsel van water met behangplaksel of alginaat wel gietbaar en een mengsel van water met luierkorrels niet?


Om deze vragen te kunnen beantwoorden, maken we kennis met modellen. Modellen zijn bedoeld om een (eenvoudige) systematische weergave te geven van iets om daardoor eigenschappen te kunnen verklaren. Je kunt er echter ook voorspellingen mee doen. Handig, want zo kun je voorspellen of een materiaal geschikt is voor een bepaalde toepassing.

Maak Aan de slag 11 t/m 14 in jullie teamboekje. Download de opdrachten hier nogmaals. Maak bij het beantwoorden van de vragen gebruik van bron 3.

Bron 3: Meer modellen, dieper bekeken