Samenwerken

Om het groepswerk goed te laten verlopen heeft elk groepslid een eigen taak, naast de taken die volgens afspraak uitgevoerd moeten worden.

Deze taken zijn: de voorzitter, de secretaris, de contactpersoon en de klusser.

De voorzitter:

  1. Heeft de leiding.
  2. Maakt in onderling overleg een planning en zorgt ervoor dat iedereen weet wat hij moet doen.
  3. Houdt de tijd in de gaten.
  4. Verdeelt de taken eerlijk over de groepsleden.

De secretaris:

  1. Schrijft de planning en de afspraken op.
  2. Schrijft de resultaten van het onderzoek of de practica op.
  3. Is eindverantwoordelijk voor het groepslogboek.


 


De contactpersoon:

  1. Inventariseert eventuele vragen.
  2. Checkt altijd eerst of een groepsgenoot de antwoorden weet.
  3. Vraagt, als niemand in de groep de antwoorden weet, hulp aan docent of TOA.

     

De klusser:

  1. Haalt de spullen voor het practicum.
  2. Ruimt alles netjes op.
  3. Doet andere klusjes die noodzakelijk zijn voor een goed verloop van het onderzoek.


 


Taken van alle groepsleden:

  1. Eigen inbreng hebben
  2. Planning en eigen taken uitvoeren (dus ook hun eigen onderzoek: theorie en experimenten)
  3. Afspraken nakomen
  4. Groepslogboek bijhouden

Alle taken wisselen per twee lessen.