Aardolie, brandstof van de economie

De brandstoffen die we momenteel vooral gebruiken voor onze energievoorziening noemen we fossiele brandstoffen. Voorbeelden hiervan zijn aardgas, steenkolen en aardolie. Deze chemische verbindingen bestaan uit een bonte verzameling organische koolwaterstoffen die een hoge energie-inhoud hebben. Dat betekent dat bij verbranding van deze stoffen veel energie vrij komt. Onderstaand filmpje geeft je een goed beeld hiervan. In de Eerste Golfoorlog staken Iraakse troepen bij het terugtrekken massaal Kuweitse oliebronnen in brand. In het filmpje kun je zien hoeveel energie er vrij komt wanneer je olie in brand steekt.

 


Fossiele brandstoffen ontstaan wanneer dode organismen gedurende miljoenen jaren ondergronds worden blootgesteld aan hoge druk en temperatuur. Dit zorgt voor een chemische verandering van dit dode organische materiaal, waardoor aardolie, methaan en steenkolen ontstaan. De benzine die je vandaag in je tank gooit was dus miljoenen jaren geleden een levend wezen, zoals een alg, een bacterie, een plant of een dinosaurus.