De Opkomst van Hitler
Aandachtspunten De opkomst van Hitler
Wat moet je kennen en kunnen?
In dit stuk leer je over de opkomst van Hitler.
- Je weet wat het interbellum is en welke jaartallen daarbij horen;
- Je kunt uitleggen waarom het Duitse volk geen vertrouwen meer had in de democratie;
- Je weet welke 2 antidemocratische politieke stromingen populair werden in Duitsland;
- Je kunt 4 kenmerken van het nationaalsocialisme noemen;
- Je kent de naam van de nationaalsocialistische partij van Hitler;
- Je weet wat antisemitisme is;
- Je weet waar joden van beschuldigd werden door de nazi’s;
- Je weet wat Hitler bedoelde met een Groot-Duitsland;
- Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Versailles Hitler populair maakte;
- Je weet hoe Hitler aan de macht is gekomen;
- Je weet welke bevolkingsgroepen op Hitler hebben gestemd;
- Je kunt minstens 4 antisemitische maatregelen noemen van Hitler;
- Je weet hoe Hitler aan een Groot-Duitsland heeft gewerkt;
- Je weet de overeenkomsten en verschillen tussen het fascisme en het nationaalsocialisme;
- Je weet waarom Mussolini’s fascisme een voorbeeld was voor Hitler;
- Je weet dat Italië en Japan bondgenoten waren van Nazi-Duitsland;
- Je kunt een spotprent begrijpen:
- je herkent belangrijke personen op de prent;
- je begrijpt wat de kritiek is van de tekenaar;
- je begrijpt de belangrijkste symbolen op de prent.
Belangrijke begrippen:
- antisemitisme
- ariër
- Das Schanddiktat
- Der Anschluss
- Der Führer
- dictator
- dictatuur
- fascisme
- Heim ins Reich
- Il Duce
- interbellum
- Kristallnacht
- Lebensraum
- nationaalsocialisme
- nazi’s
- NSDAP
- Übermensch
- Untermensch