Resultaten bewerken

De resultaten moet je eerst nauwkeurig omgeschreven. Als je meet noteer je alle metingen op de juiste manier in een tabel. Bij vragen over metingen kom je vaak de volgende twee begrippen tegen.:

Grootheid
Het woord grootheid gebruiken we voor wat we meten: lengte, massa, volume en tijd zijn voorbeelden van grootheden.

Eenheid
Het resultaat van je meting geef je aan in eenheden. Grootheden drukken we uit in eenheden. Voorbeelden: meter, kilometer, gram, liter, seconde.

 

Wat vertellen de waarnemingen ons over de onderzoeksvraag?

Om deze vraag beter te kunnen verbeelden verwerk de resultaten in een tabel of in een diagram.

Tabel

Een schematisch overzicht van gegevens in rijen en kolommen gerangschikt

Diagraam

Een schematische weergave van het verband tussen enkele grootheden.

Er zijn paar verschillende diagrammen beschikbaar zoals, een lijndigram, een stafdiagram, een cirkeldiagram of een kolomdiagram.

Voorbeeld van een staafdiagram tekenen:
1.    Teken eerst met geodriehoek en potlood een assenstelsel van 10 cm breed en 10 cm hoog.
2.    Zet bij de horizontale as: lengtes in cm.
3.    Zet bij de verticale as: aantal kinderen.
4.    Zet een correcte titel boven het diagram.
5.    Welke voetlengte komt het meeste voor? Zoek dit op in de tabel.

Maken van een (lijn)grafiek voor je verslag

Oefening een stafdiagraam maken