Schimmels komen dus op allerlei plaatsen voor. Schimmels vormen een grote groep van zeer gevarieerde organismen. Schimmels zijn meestal opgebouwd uit lange, dunne draden. Tot de schimmels behoren zowel meercellige organismen zoals paddenstoelen maar ook eencellige organismen zoals gisten.
Aan de hand van een aantal kenmerken onderscheiden de schimmels van andere organismen:
► een celmembraan en een celwand – de schimmelcel heeft een celmembraan en ook een celwand, maar de dierlijke en menselijke cellen hebben alleen celmembraan.
► de bladgroenkorrels – de schimmelcellen hebben geen bladgroenkorrels, maar de plantaardige cellen hebben wel de bladgroenkorrels.
► een celkern – de schimmelcellen hebben een celkern. De bacteriecellen hebben geen celkern. Bacteriën zijn nooit meercellig.
► een vacuole – de schimmelcel heeft een grote vacuole. De dierlijke cellen en bacteriecellen hebben geen vacuole.
|
|
|