In sommige zinnen kun je ook nog een meewerkend voorwerp vinden. Het meewerkend voorwerp is een voorwerp (meestal een ding) dat van de ene persoon naar de andere gaat. Het komt het meest voor bij het werkwoord 'geven', maar ook bij andere werkwoorden waar iets van de een naar de ander gaat, zoals 'vertellen', 'mededelen', 'antwoorden'.
Om het meewerkend voorwerp te vinden stel je de vraag: aan wie (of wat) + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp
Bijvoorbeeld:
Ik gaf het meisje een bosje bloemen.
gaf = gezegde > ik = onderwerp > een bosje bloemen = lijdend voorwerp
dus: aan wie gaf ik een bosje bloemen? > aan het meisje > het meisje = meewerkend voorwerp
