Bij het onderdeel zinsontleding heb je geleerd dat je zinsdelen kunt vergelijken met groepjes losse onderdelen van een motor die samen een bepaalde functie hebben. Zo hebben de ketting en tandwielen samen de functie 'drivetrain'.
Volgens dit voorbeeld zouden woordsoorten de losse onderdelen zijn waaruit zinsdelen zijn opgebouwd: de ketting en de tandwielen dus. Als je een zin taalkundig ontleed, benoem je dus van ieder woord de soort. De verschillende woordsoorten die hieronder worden uitlegd zijn:
