zinsdelen

Bij zinsontleding knip je een zin in stukken en kijk je naar de functie van de verschillende stukken. Die stukken noem je zinsdelen. Je kunt ze vergelijken met groepen onderdelen van een motor die samen een functie hebben; een heleboel kleine onderdelen (de woorden) vormen bijvoorbeeld samen het motorblok, het frame of de aandrijving (de zinsdelen).

Een zinsdeel kan uit één woord bestaan, maar dus ook uit meerdere woorden. Als je een woord of groepje woorden vooraan in de zin kunt zetten zonder dat de betekenis van de zin verandert, weet je zeker dat het een zinsdeel is.

Bijvoorbeeld:

De man / kocht / gisteren / een doos aarbeien.

Gisteren / kocht / de man / een doos aarbeien.

*Een doos / kocht / gisteren / aarbeien / de man.