Als je alle onderdelen hierboven geoefend hebt en voldoende beheerst, maak je eerst de oefeningen hieronder. Daarna kun je verder met oefenbladen van de docent. Je benoemt dan zelf alle woorden van hele zinnen, precies zoals je dat ook in de toets van dit grammatica-onderdeel moet doen.
alle woordsoorten door elkaar 2
