Uitvoering

Lees in TRAJECT THEORIEBOEK hoofdstuk B 9.3 VOORTGANGSGESPREKKEN vanaf blz. 73.
 

Noteer in een schema/tabel :

a.  welke soorten voortgangsgesprekken er zijn

b. wanneer welk soort gesprek wordt gehouden

 

 

 

Lees in TRAJECT THEORIEBOEK hoofdstuk B 9.3.1. over functioneringsgesprekken zorgvuldig op 

Zorg ervoor dat het antwoord weet op de volgende vragen:

a. hoe wordt het gesprek voorbereid?

b. hoe is de opbouw van het gesprek?

Je gaat in deze lessenserie functioneringsgesprekken houden.

Maak eventueel een spiekbrief om te gebruiken tijdens de gesprekken.

 

 

Film 2 Functioneringsgesprek.wmv

oefening in de les

Je gaat, samen met je klas, een functioneringsgesprek houden met de docent Nederlands. 

De oefening bestaat uit de volgende onderdelen:

a. bepaal vijf punten die je wilt bespreken met de docent

b. zorg dat iedereen in de klas deze vijf punten kent

c. de docent houdt het gesprek met de klas (wordt ter plekke nader uitgelegd)

d. er wordt een verslag geschreven van het gesprek

Star(r) techniek in functioneringsgesprek

Maak opdracht 65 in TRAJECT OPDRACHTENBOEK  2 TECHNIEK.

Resultaat van de opdracht:
een formulier dat je kunt gebruiken voor aantekeningen bij het functioneringsgesprek.

Je mag een formulier maken, opzoeken op internet, lenen van kennissen of familie ... als het maar bruikbaar is en de onderdelen bevat die je nodig hebt.

Je doet de opdracht voor de situatie:
houd een gesprek met een lid van je projectgroep over zijn functioneren in het projectwerk en zijn algemene functioneren op school.

Laat het formulier goedkeuren door je docent. Daarna gebruik je het formulier bij het gesprek dat je gaat leiden.

VRAGENUURTJE
 

In de les wordt een half uur gereserveerd voor vragen en opmerkingen.
Kijk bij het huiswerk in Magister/LBS wanneer dit is gepland

OEFENING

In de les houd je met klasgenoten functioneringsgesprekken.

Doel van de oefening: wennen aan gesprekken met medestudenten en oefenen met de opbouw van een functioneringsgesprek.

Er wordt in tweetallen gewerkt. Je krijgt per gesprek een andere rol en een andere gesprekspartner. Er wordt dus (weer) in een carousselvorm gewerkt.

De onderwerpen die besproken worden:

1. algemene houding in de les

2. voortgang en cijfers

3. aanwezigheid en absentie

 

EINDOPDRACHT

Maak een afspraak met een lid van je projectgroep voor een functioneringsgesprek. Regel een moment en een ruimte waar jullie ongestoord kunnen praten.

In het gesprek heb jij de leiding , dus bereid het gesprek voor.

Gebruik het formulier dat je eerder hebt gemaakt bij de voorbereiding en voor notities tijdens het gesprek.

Na het gesprek maak je een verslag. 

Laat je gesprekspartner het verslag tekenen voor akoord. Geef hem/haar een kopie.

Lever het verslag in bij de docent voor een beoordeling. Daarbij voeg je ook het verslag van het tweede gesprek dat je hebt gevoerd, waarbij je niet de leiding had. Dat beide gesprekken doe je met twee verschillende gesprekspartners. Dus je schrijft een verslag van het ene gesprek en je krijgt een gesprek van het andere gesprek.

De uiterste inleverdatum vindt je op Magister/LBS.