Uitleg Verleden Tijd

Hier onder vind je de regels van de verleden tijd.


In de verleden tijd komt er altijd te (n) of de (n) achter de stam bij zwakke werkwoorden.


werken

wachten

wandelen

landen
ik werkte ik wachtte ik wandelde ik landde
jij werkte jij wachtte jij wandelde jij landde
hij,zij werkte hij,zij wachtte hij,zij wandelde hij,zij landde
het werkte het wachtte het wandelde het landde
wij werkten wij wachtten wij wandelden wij landden
jullie werkten jullie wachtten jullie wandelden jullie landden
zij werkten zij wachtten zij wandelden zij landden
 

 

 

De uitleg bij zwakke werkwoorden. 


't Kofschip wordt tegenwoordig ook wel 't ex kofschip genoemd omdat de x ook meetelt.

 
Wil je weten of er in de verleden tijd de of te achter de stam komt? Gebruik dan de regel van 't ekofschip.
 
Staat de laatste letter van de stam niet in 't ex kofschip? (eo en i doen niet mee), dan komt er de achter de stam.
 
Voorbeelden:
dreigen dreig dreigde gedreigd
schrobben schrob schrobde geschrobd
stemmen stem stemde gestemd
 
Staat de laatste letter van de stam wel in taxikofschip? Dan schrijf je te achter de stam.
 
Voorbeelden:
missen mis miste gemist
hakken hak hakte gehakt
douchen douche douchte gedoucht
faxen fax faxte gefaxt
 
Let op werkwoorden met een z en een v. Deze krijgen een d.
 
vrezen vrees vreesde gevreesd
schaven schaaf schaafde geschaafd

 

Dan heb je ook nog sterke werkwoorden. Deze werkwoorden hebben in de verleden tijd een klank verandering. Dit is ook mooi te zien op de werkwoordwijzer.

Ik loop wordt dan ik liep

Hij loopt wordt dan hij liep

Wij lopen wordt dan wij liepen.

 

Er is geen regel zoals het 't ex fokschip dat je kunt toepassen bij deze woorden. Je kunt het vergelijken met weet woorden. Je moet namelijk weten dat ze veranderen. En soms kun je het ook wel een beetje horen. 

 

Maar maak je geen zorgen over de opdracht voor straks we gaan ons bij deze opdracht over de verleden tijd alleen richten op de zwakke werkwoorden.