6.3.8 Onderdeel 8. Boerderijcamping en logeren van gasten in gebouwen
Wetten gericht op openluchtrecreatie of landelijke wetten voor hygiëne en veiligheid van kampeerterreinen of verblijfsrecreatie zijn afgeschaft sinds 2008. Dit betekent dat de gemeente zelf regels maken voor recreatie. Sommige gemeenten hebben een verordening recreatie, een verordening kampeerterreinen o.i.d. die de wetgeving bundelt.
Anders gelden de volgende wetten en regels:
Bestemmingsplan: is het toegestaan een camping of recreatiebedrijf te beginnen? Meestal in agrarisch gebied met een maximum aantal staanplaatsen (25) / maximum aantal kamers (5) met ontheffing of vrijstelling, voor grotere bedrijven is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk,
Gebouw nodig (toiletgebouw, logeergebouw): bouwvergunning volgens het bouwbesluit. Voor het gebruik van het gebouw is een gebruiksvergunning voor (brandveilig) gebruik nodig, de eisen zijn bekend bij je gemeente.
Bovendien moet je het recreatiebedrijf melden bij de gemeente vanwege toeristenbelasting,
Sommige gemeenten en/of brandweerkorpsen vragen ook om een nachtregister.
Ook met een recreatiebedrijf draag je zorg voor het milieu. Als agrarisch bedrijf ken je de milieuvergunning of melding (Wet Milieubeheer). De gemeente geeft de vergunning af op basis van landelijke criteria. Er spelen bij een nieuwe tak verblijfsrecreatie drie zaken:
er gelden algemene regels van milieuzorg rond afval, geluid, licht en water. Ook: Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. Bovendien zijn er voorschriften voor (brand)veiligheid.
je milieuvergunning voor het agrarisch bedrijf moet aangevuld worden ingeval van verblijfsrecreatie in gebouwen;
het nieuwe gebruik mag je agrarische buren niet belemmeren (regels stankhinder).
In de stankregelgeving (Wet stankemissie veehouderijen, voor de verwevings- en landbouwontwikkelingsgebieden Reconstructie; Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996, voor de overige veehouderij) is in samenspel met Wet op de openluchtrecreatie (die dus stopt per 2008) opgenomen dat kleinschalige kampeerterreinen niet meetellen als stankgevoelig object.