Voedselproductie heeft betrekking op de zorg om de bevolking van voldoende voedsel te voorzien. Dat is altijd zo geweest en dat geldt nog steeds voor een groot deel van de wereldbevolking. In de economisch sterk ontwikkelde landen heeft die zorg om voedsel niet meer de hoogste prioriteit. Voedsel is in overmaat aanwezig en consumenten verkeren hier meestal in de luxepositie dat ze kunnen kiezen wat ze willen eten.
Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is de ontwikkeling in voedselzekerheid mede vormgegeven door de opkomst van sterke distributie- en verkoopkanalen. Groothandelaren en supermarkten hebben daar een belangrijk aandeel in geleverd. Voedsel werd in voldoende mate aangeboden, in veel variatie en met veel gemak. Alle boodschappen doen op dezelfde locatie is voor consumenten veelal doorslaggevend om dat bij de supermarkt te doen. Door groei en fusies is het aantal supermarktconcerns behoorlijk geslonken. Hierdoor is de macht bij deze kleine groep overgebleven supermarktconcerns veel groter geworden. Producent en consument staan vrijwel niet meer in contact met elkaar. De supermarkt oefent invloed uit op de consument om te bepalen wat die eet en wat de producent daarvoor moet leveren. Duurzaam omgaan met voedsel is veelal ondergeschikt aan het economisch belang.
Om hier verbetering in aan te brengen en te zorgen voor een duurzamer voedselpakket, moet de macht terug naar de producent en consument en moeten zij beter met elkaar communiceren. De afstand moet kleiner worden waardoor de producent levert wat de consument vraagt en de consument weet wat hij eet. Een korte keten wil niet altijd zeggen dat die minder schakels heeft of dat de geografische afstand van producent naar consument korter is. Een korte keten wil zeggen dat er transparantie is en goede communicatie. De verdeling van de financiƫle opbrengst moet gelijk zijn aan de bijdrage die elke schakel heeft geleverd. Overgebleven schakels in de keten moeten meer de rol van bemiddelaar vertolken. Wat vraagt de consument en welke kansen biedt dat de producent?. Hoe kunnen product- en keteninnovaties daarop inspelen?