1.2.5. Keuzes omtrent de inhoud

In deze leergang staan heel nadrukkelijk de competenties, leeromgevingen, cruciale beroepsrollen en kennisbasis centraal die nodig zijn voor het vormgeven van regionale voedselsystemen en het werken in nieuwe allianties. Centraal daarin staan vragen als: Hoe kunnen voedselinitiatieven economisch rendabel worden (door)ontwikkelt? Met wie moet ik daarvoor samenwerken? Wat is de wettelijke basis? Hoe interacteer ik hierin op een goede manier met de fysieke omgeving en met sociaal maatschappelijke doelgroepen?

Uiteraard is ook een gedegen groen/landbouwkundige kennis noodzakelijk als het bijvoorbeeld gaat om het houden van dieren, maken van teeltplannen en het verwerken van voedselproducten. Om maar niet te spreken van nieuwe technologische innovaties binnen smart farming, vertical farming of precisielandbouw.

Binnen de leergang is gekozen om deze onderwerpen niet verder uit te werken. Allerminst omdat ze niet belangrijk zijn. Integendeel! Binnen de projectdoelen is gekozen om te focussen op bovenstaande thema’s. Informatie over nieuwe technologieën zal daarom op andere plekken moeten worden gezocht.