Een melkveehouder laat dieren slachten bij de plaatselijke slager en verwerken tot consumentenporties, ingepakt in vacuümverpakkingen met etiket erop. De slager zet de ingepakte porties klaar in de koeling. De veehouder komt ze halen voor vervoer naar de boerderijwinkel. In de winkel vriest hij de porties vlees in voor verkoop. Op zomerse dagen maakt de veehouder zich zorgen over het transport in zijn eigen auto: wordt het vlees dan niet te warm? De veehouder wil het vlees veilig aan zijn klanten doorleveren.
Geef aan wat het beleid en de wettelijke vereiste is waarmee de veehouder te maken heeft.
Bedenk een goede oplossing voor deze veehouder, zodat hij met vertrouwen het vlees kan leveren aan zijn klanten.
Antwoord:
Beleid en wetgeving: producten moet veilig vervoerd worden op de juiste temperatuur en bewaking van die goede temperatuur met een geijkte thermometer. Deze eisen zijn vastgelegd in de Warenwet.
Afweging: het ophalen van het vlees bij de slager gaat bij normale ‘Hollandse’ temperaturen goed. Voor zijn eigen gemoedsrust en voor de controle houdt de veehouder de temperatuur van het vlees bij. Ophalen met een echte koelwagen is te duur, dus dan zou de veehouder in de zomer geen vlees kunnen ophalen. Hoewel er nooit gecontroleerd wordt, zit hem dit niet lekker en zoekt hij naar alternatieven. Van de leverancier van koelwagens hoort hij dat er ook professionele koelwagens op de markt zijn, die temperatuur voldoende laag houden voor een aantal uur. Hij checkt thuis dat dit voldoet aan de hygiënecode.
Conclusie: De veehouder koopt professionele koelboxen. Hij blijft de temperatuur meten.