6.3.16 Onderdeel 16. Aansprakelijkheid

Je bent altijd verantwoordelijk voor jouw klanten, bezoekers, medewerkers of hulpboeren, maar je bent niet altijd aansprakelijk. Verantwoordelijkheid is je zorgplicht naar al deze mensen. Aansprakelijkheid betreft de vervolgbaarheid wegens schade aan een derde, veroorzaakt binnen jouw verantwoordelijkheid. De geleden schade moet je betalen als je binnen je verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid ook nalatig bent geweest. Besef dat dit twee begrippen zijn: verantwoordelijkheid moet je zelf oppakken,aansprakelijkheid kun je verzekeren.

Bij regionaal voedsel ben je vaak als volgt aansprakelijk:

  1. bedrijfsaansprakelijkheid, bijvoorbeeld voor ongelukjes op het erf
    Het is verstandig en veilig om te onderzoeken of je huidige bedrijfsaansprakelijkheids-verzekering ook zaken zoals erfbezoek, huisverkoop of struikelen over je marktkraamtouw dekt. Bespreek dit met je verzekeringsmaatschappij, ook bij veranderingen in de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld andere groepen bezoekers zoals kinderen, meer bezoekers, langdurig verblijf van gasten, etc.). Vaak is de premieverhoging gering, maar als je het niet meldt, bent je onderverzekerd. Voor dieren ben je als eigenaar altijd aansprakelijk als ze iets uithalen, zie ook paragraaf 14 over dieren.
  2. productaansprakelijkheid, bijvoorbeeld bij ‘glas in de yoghurt’
    Als je eigengemaakte producten gaat bewerken of verkopen, of aan cliënten of kinderen te eten geeft, dan ben je verantwoordelijk voor de kwaliteit van die producten. Voor productaansprakelijkheid kun je je extra verzekeren, vaak eenvoudig als onderdeel van je bedrijfsaansprakelijkheid. Ook hier geldt weer: meldt aanpassingen in de bedrijfsvoering (zoals een uitbreiding van je assortiment) altijd aan de verzekeringsmaatschappij. Je bent altijd aansprakelijk als er iets met het product is misgegaan.

De wet zegt dat wanneer vaststaat dat het bedrijf aansprakelijk is, je binnen het bedrijf moet kunnen traceren wie verantwoordelijk is. Oftewel: waar binnen het bedrijf is het probleem precies ontstaan? Als je dat kunt achterhalen, weet de controleur en/of verzekeraar dat ‘je weet wat je doet’ en kun je de kwaliteit van de producten in de toekomst verbeteren en schade voorkomen.

Er zijn twee vormen van aansprakelijkheid:

  1. Contractuele aansprakelijkheid: je lijdt schade omdat iemand niet doet wat is afgesproken, bijvoorbeeld het niet leveren van voldoende jampotjes, zodat je niet op tijd je streekproduct kunt verpakken.
  2. Wettelijke aansprakelijkheid: iemand lijdt schade, omdat jij niet doet wat je volgens de wet wel had moeten doen. Bijvoorbeeld niet goed zorgen voor een veilige werkomgeving voor je zorgvragers, waardoor een hulpboer gewond raakt.

Wettelijke aansprakelijkheid is onderverdeeld in risico-aansprakelijkheid en schuldaansprakelijkheid.

2a. Risico-aansprakelijkheid: je kunt aansprakelijk zijn ook als de schade niet jouw schuld is. In dit geval is het aansprakelijkheid vanwege je rol of bezittingen. Bijvoorbeeld: je bent werkgever en je werknemer veroorzaakt een ongeluk. Of je hebt een stier en zorgt dat deze achter een sterk hek staat, maar je stier breekt uit en verwondt mensen. In beide gevallen ben je altijd aansprakelijk.

2b. Schuldaansprakelijkheid: je bent aansprakelijk voor de schade die een ander lijdt door jouw schuld of verwijtbaarheid. Bijvoorbeeld: je rijdt in je auto met haast van het erf en rijdt de geparkeerde auto van een gast aan. Dat is dan jouw schuld en jij bent aansprakelijk.

Wettelijke aansprakelijkheid kun je nooit afschuiven of uitsluiten. Ook niet in een contract. Je kunt wel in huisregels of leveringsvoorwaarden aangeven hoe bezoekers of medewerkers zich horen te gedragen. Je gedraagt zich dan verantwoordelijk. Houden je klanten zich hier niet aan en ontstaat toch schade, dan gaat je verzekeringsmaatschappij met de klant in gesprek. Jij blijft wel aansprakelijk als eigenaar van de boerderij, een dier of als organisator van een activiteit of als werkgever.

Veilig vervoer. Op de open dag rijdt je misschien ook wel eens bezoekers rond in een huifkar of een treintje van kuubskisten of een open, platte wagen. Op je eigen terrein is dat toegestaan volgens de wet, maar op de openbare weg niet (behalve bij een door de gemeente vergund evenement, zoals een optocht). Maar let op: je verzekeraar stelt aanvullende eisen bij vervoer in een open wagen op eigen terrein, bijvoorbeeld op het gebied van constructie, afsluitbare ingang en hoogte relingen etc. Ook op je eigen terrein ben je altijd aansprakelijk voor ongelukken met de passagiers. Met paarden mag je wel met een huifkar op de openbare weg, soms met eisen vanuit de gemeente (vergunning) of provincie als wegeigenaar aan de bestuurder en de huifkar. Haalt of breng je cliënten of kinderen naar je zorgboerderij of kinderopvang? Meld dit bij de verzekeraar.

Bronnen aansprakelijkheid