Voor inschakeling van medewerkers kun je:
De wet- en regelgeving voor het inhuren van arbeid is niet anders dan gewoon in de landbouw. Bezoek voor meer informatie de site van het Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, www.minszw.nl.
CAO: wat wel anders is dan in de landbouw: de CAO. In een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) maken werkgevers en werknemers gezamenlijk afspraken over loon en overige arbeidsvoorwaarden. De cao’s worden gezamenlijk voor een hele sector afgesloten. Zo zijn er cao’s voor agrarische sectoren: de cao Dierhouderij, de cao Glastuinbouw en de cao Open teelten. Ook voor niet-agrarische sectoren zijn er collectieve afspraken. Van belang voor regionaal voedsel kunnen bijvoorbeeld zijn: de cao Gehandicaptenzorg, de cao Horeca, de cao Recreatie of de cao Detailhandel AGF. Ondernemers die niet de juiste cao volgen riskeren naheffingen of boetes. Of moeten loon nabetalen bij een arbeidsconflict met hun werknemers.
Is een CAO ‘Algemeen verbindend verklaard’ (avv), dan moet je die CAO volgen: hij geldt voor alle werkgevers en werknemers in deze sector. Als een cao niet algemeen verbindend is verklaard, maar je bent lid van de werkgeversorganisatie die de cao heeft afgesloten, dan ben je ook verplicht de cao te volgen. Is de cao niet algemeen verbindend verklaard en je bent geen lid van een werkgeversorganisatie, dan kun je kiezen.
Vrijwilligers zijn de mensen die vrijwillig, maar niet vrijblijvend bij jou op het bedrijf aan de slag gaan. Ze verrichten aanvullende taken (geen primaire werkzaamheden) en zijn niet in dienst bij jouw onderneming. Cliënten op een zorgboerderij zijn geen vrijwilliger.
Meehelpende handen op en rondom het erf zijn vaak welkom, al dan niet vrijwillig. Maar je kunt een vrijwilliger niet zomaar een kettingzaag geven om je wilgen te snoeien. Voor alle (vrijwillige) meewerkers ben jij verantwoordelijk voor de veiligheid op je erf, land of met je werktuigen en kunnen alleen personen met de juiste certificaten de gereedschappen bedienen. Gebruik bijvoorbeeld de handleiding voor veilig vrijwilligerswerk van Landschapsbeheer Nederland om met de juiste veiligheidsmaatregelen en persoonlijke beschermingsmiddelen het landschap op en om jouw erf te beheren: downloaden van www.rie.nl.
Aan de beloning van vrijwilligers stelt de belastingdienst eisen. De financiële beloning van vrijwilligers is op te splitsen in een vrijwilligersvergoeding en een onkostenvergoeding. Voor beide beloningsvormen hanteert de Belastingdienst een aantal spelregels. Soms mag je jouw vrijwilliger een vrijwilligersvergoeding geven. Dit mag alleen als je bedrijf een privaatrechtelijk lichaam is en je geen aangifte vennootschapsbelasting hoeft te doen. In de praktijk: een stichting zonder vennootschapsbelasting. Er gelden maximumbedragen, zie www.belastingdienst.nl , momenteel maximaal € 150 per maand en maximaal € 1.500 per kalenderjaar (c.q. € 95 en € 764 als de vrijwilliger een uitkering heeft). Geef je meer? Dan is het een dienstbetrekking en moet je loonheffingen en premies nabetalen.
De gemaakte onkosten kun je als ondernemer meestal volledig aan de vrijwilliger vergoeden. Er moet dan wel ‘bewijsmateriaal’ zijn, bijvoorbeeld bonnetjes van treinkaartjes, of materiaalkosten zoals enveloppen of postzegels. Je mag aan je vrijwilliger niet én de werkelijke onkosten vergoeden en daarbovenop ook nog de vergoeding van de vrijwilligersregeling toekennen.
ARBO wet en bedrijfshulpverlening: veilig voor iedereen. Als ondernemer ben je verantwoordelijk voor de veiligheid van jezelf, je gezin, je medewerkers en gasten of zorgvragers. Je moet weten wat je moet doen als je gasten in aanraking komen met gevaarlijke stoffen, als er brand uitbreekt of als iemand gewond raakt. Jij bent daarom verplicht om altijd een gediplomeerd bedrijfshulpverlener (BHV’er) op het bedrijf te hebben. Deze verantwoordelijkheid is geregeld in de Arbo wet.
Een BHV diploma kun je halen door zelf (of een medewerker) een BHV cursus te volgen en je diploma bij te houden door jaarlijkse terugkomdagen. Let er op dat je de cursus en de terugkomdagen volgt bij een NIBHV gecertificeerd opleidingsinstituut.
De BHV cursussen bestaan uit een basisblok en verschillende extra blokken, afhankelijk van de bedrijfstak. Afhankelijk van de gevonden risico’s in uw Risico Inventarisatie & Evaluatie zult u dus ook extra blokken moeten volgen. Zijn er voor een evenement meer dan 50 bezoekers? Dan heb je 2 of meer BHV’ers nodig, in uitzonderingsgevallen mag dat ook in samenwerking met de buren als hun BHV’er in 10 minuten bij jou kan zijn.
De Arbo-wet (arbeidsomstandighedenwet) geldt voor medewerkers, en gedeeltelijk voor zelfstandigen die je inhuurt, voor je gasten, en voor vrijwilligers die onder risicogroepen vallen (vrijwilliger onder de 18 jaar of een vrijwilliger die zwanger is of borstvoeding Geeft). Conform de Arbo-wet moet je een Risico Inventarisatie en Evaluatie (laten)
opstellen. Zie ook www.rie.nl. Dit is niet anders dan in de landbouw, maar aanvullende eisen uit andere sectoren kunnen je RIE anders maken. Als je een horecagelegenheid bezit, moet je ook een veiligheidsplan maken. Op www.horeca.nl kun je zelf zo’n plan invullen.
Bij het gebruik van materialen en werktuigen, dien je altijd veiligheidsvoorlichting en instructies te geven. Ook is de aanwezigheid van persoonlijke beschermingsmiddelen verplicht. Daarnaast moet de werkplek in geval van nood veilig verlaten kunnen worden.
Werken met gevaarlijke stoffen en biologische agentia valt ook onder de RI&E verplichting. Houd je je niet aan de richtlijnen uit de RI&E of aan de richtlijnen van het werken met gevaarlijke stoffen, dan kan de Arbeidsinspectie boetes of dwangsommen opleggen.
Bronnen arbeid en arbeidsrelaties, rechtsvormen