De woordformule van een tabel ziet er altijd zo uit:
uitvoer = begingetal + stijggetal x invoer .
Om een formule uit een tabel af te leiden:
Als voorbeeld bepalen we de formule bij de volgende tabel:
Tijd | 0 | 2 | 4 | 6 |
Bedrag in € | 10 | 16 | 22 | 28 |
Stap 1 | Bepaal het begingetal. Kijk onder tijd = 0. |
begingetal = 10 |
Stap 2 | Bepaal het stijggetal. 6 per 2 = 3 per 1. |
stijggetal = 3 |
Stap 3 | Vul de getallen in de standaard woordformule. |
bedrag in € = 10 +3 x tijd |
Maak opdracht 23 tot en met 25 van stencil H9.
Maak de herhaling van stencil H9.