5.3 Vermenigvuldigen en delen

Onthoud het volgende:

positief × positief = positief  positief ÷ positief = positief
positief × negatief = negatief  positief ÷ negatief = negatief
negatief × positief = negatief  negatief ÷ positief = negatief
negatief × negatief = positief  negatief ÷ negatief = positief
 

Voorbeelden

5 ×  6 =  30
5 ×  –6 =  –30
–5 ×  6 =  –30
–5 ×  –6 =  30
20 ÷  4 =  5
20 ÷  –4 =  –5
–20 ÷  4 =  –5
–20 ÷  –4 =  5
 

Opgavenvermenigvuldigen met negatieve getallen


Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:

Vermenigvuldigen met negatieve getallen
Maak daarna de volgende opgaven.

Toets Vermenigvuldigen met negatieve getallen


Je sluit de paragraaf Vermenigvuldigen met negatieve getallen af met een toets.

Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.


Succes!

Maak opdracht 2 van stencil H5.