Het maakt voor de oplossing veel uit of je begint met optellen of vermenigvuldigen.
Afgesproken is dat vermenigvuldigen en delen voor optellen en aftrekken gaan.
De voorrangsregel op een rij:
1. Tussen de haakjes;
2. Vermenigvuldigen of delen van links naar rechts;
3. Optellen of aftrekken van links naar rechts.
Schrijf alle tussenstappen onder elkaar op, onderstreep steeds de bewerking die voorrang heeft en zet het antwoord na het laatste '='-teken.
Voorbeeld 1
Bereken met behulp van tussenstappen (5 - 3) × 3 =
Stap 1 | (5 - 3) × 3 = |
Stap 2 | 2 × 3 = 6 |
Voorbeeld 2
Bereken met behulp van tussenstappen 6 × (3 + 4) : 2 - 8 =
Stap 1 | 6 × (3 + 4) : 2 - 8 = | |
Stap 2 | 6 × 7 : 2 - 8 = | (let op: haakjes vallen weg) |
Stap 3 | 42 : 2 - 8 = | |
Stap 4 | 21 - 8 = 13 |
Uitleg en opgaven voorrangsregels
Bestudeer uit de Kennisbank wiskunde het onderdeel:
Voorrangsregels
Maak daarna de volgende opgaven.
Toets Voorrangsregels
Je sluit de paragraaf Voorrangsregels af met een toets.
Na het maken van de vragen krijg je een score en kun je de gegeven antwoorden vergelijken met de goede antwoorden.
Succes!
Maak opdracht 6 tot en met 8. Dit zijn rekenspelletjes.