Je kunt als docent meer bereiken met duurzame didactiek als je verder gaat dan het lesniveau. Als je focust op een serie van lessen, dan is meer continuïteit mogelijk, meer diepgang en meer zelfstandigheid bij de leerlingen.
Bij het ontwerpen van een lessenserie kan bovenstaand spinnenweb je helpen om aan alles te denken. Om te kijken of je lessenserie voldoet aan de visie van de school op leren, kan de checklist duurzame didactiek je helpen (zie onderstaand document).
Tips bij het ontwerpen van een lessenserie:
Maak vooraf al een duidelijk overzicht van doelen en beoordelingscriteria en neem dit op in de opdrachtbeschrijving voor de leerlingen. De doelen zijn niet alleen maar inhoudelijk, maar ook gericht op vaardigheden.
Zorg dat de opdracht opgeknipt is in meerdere onderdelen. Breng een in elk geval een onderdeel aan waarin de leerling kennis verwerft en oefent (R/T1) en een onderdeel waarin de leerling iets creëert, analyseert of uitlegt (T2/I). Zorg dat de leering de kennis uit de ene component nodig heeft voor de ander.
Besteed aandacht aan procesinstructie. Vertel goed aan je leerlingen hoe je het wilt hebben: mag er samengewerkt worden, mag er gepraat worden, welke bronnen mogen gebruikt worden, etc.
Maak het moeilijk. Stel 'grote' verklarende of beschouwende vragen, vul niet alles in. Kijk bij het opstellen van richtlijnen goed naar je doelstellingen. Als een richtlijn niet direct te koppelen is aan een doel, laat de richtlijn dan weg.
Betrek collega's bij het ontwerp van je opdracht. Laat ze meelezen en feedback leveren. En soms zou je zelfs kunnen overwegen leerlingen erbij te betrekken.
Laat leerlingen het gemaakte werk inleveren via Showbie en geef daarop gerichte feedback. Je kunt zelfs een tweede ronde inbouwen waarin je vraagt de leerling iets te doen met de feedback (dan wordt het feedforward...).
Bouw peer-review en reflectiestappen in voor de leerlingen.