3. Werkwijze

Op jullie werkblad staan verschillende opdrachten. Deze opdrachten gaan jullie eerst beantwoorden op het werkblad, voordat jullie gaan oefenen met het toneelstuk. Let op! Bij het beantwoorden van deze opdrachten hebben jullie bronnen nodig en jullie moeten weten waarop jullie beoordeeld worden. Kijk dus niet alleen naar werkwijze, maar klik ook eens verder naar "Bronnen" en "Beoordeling". Als jullie dat hebben gedaan kun jullie de opdrachten gaan maken. Lees eerst alles door voordat jullie beginnen en kies iemand uit die alles op schrijft. 

Opdracht 1:

Op het werkblad staan vier tekeningen. Weten jullie nog hoe alles heet? Schrijf onder elke tekening hoe het heet. Zet daarna de tekeningen in de goede volgorde van vroeger naar nu door een lijntje te trekken naar het balkje. Kunnen jullie over elke tekening iets belangrijks vertellen? 

 

Kijk bij bron 1, 2 en 3 voor informatie over ziek zijn.

Kijk bij bron 4 en 5 voor informatie over plaatjes van vroeger.

Kijk bij bron 6 en 7 voor informatie over muziek.

Kijk bij bron 8 en 9 voor informatie over geld.

 

Opdracht 2:

Kies nu samen één tekening uit waar jullie het over wil hebben in jullie toneelstuk. Net hebben jullie hier al wat informatie over opgezocht en opgeschreven wat jullie erover weten. Nu gaan jullie een woordweb maken van deze tekening. Bedenk zo veel mogelijk wat ermee te maken heeft en schrijf dit op. 

 

Opdracht 3:

Zoek nu samen uit wat jullie in jullie toneelstuk willen laten zien over het plaatje dat jullie hebben gekozen. Gebruik hier je woordweb bij. Let op! In het toneelstuk moeten verschillende dingen terugkomen die jullie tijdens de dramalessen hebben gedaan, zoals elkaar na doen, iets uitbeelden waarbij het publiek moet raden wat het is en er moet een emotie in voor komen. Gebruik hierbij je hoofd, armen en benen en laat alles zo duidelijk en groot mogelijk zien. Willen jullie precies weten waar jullie op beoordeeld worden met het toneelstuk? Kijk dan samen nog even naar "Beoordeling".

Schrijf al jullie ideeën op.

 

Ben je klaar?

Oefen het toneelstukje samen met je groepje. Verdeel de rollen en werk jullie ideeën verder uit.