Vitamine C zit in fruit, groenten en aardappels, met name in koolsoorten, citrusfruit, kiwi's, bessen en aardbeien (voedingscentrum, z.j.). De volgende groenten en fruit bevatten veel vitamine C:
Rozenbottel
Een rozenbottel is de vrucht van een roos. Deze zit boordevol vitamine C en bevat dertig keer zoveel vitamine C als een sinaasappel. Als je rozenbottel rauw eet proeft deze erg zuur. Daarom wordt rozenbottel niet zo vaak rauw gegeten maar verwerkt in jam, gelei of compote.
Rode paprika
Als je paprika eet kan je het beste voor de rode kiezen. De rode paprika is namelijk niet alleen zoeter maar bevat ook veel vitamine C. Door alleen al een paar stukjes rauwe paprika te eten zit je zo op de aanbevolen hoeveelheid voor vitamine C.
Witlof
Niet iedereen vindt witlof lekker maar het is wel een vitamine C bom. Je kan witlof zowel warm als koud eten in bijvoorbeeld een salade. Vind je witlof nou te bitter? Eet dan de meest witte stukken.
Kiwi
Ook een kiwi bevat superveel vitamine C. Zo bevat een groene kiwi zelfs meer vitamine C dan een sinaasappel of 2 citroenen. De gele kiwi bevat zelfs meer vitamine C dan 3 citroenen bij elkaar. Naast vitamine C zit er in een kiwi ook veel vezels wat ook goed voor je lichaam is.
Brocolli
Tot slot kan je door het eten van brocolli ook veel vitamine C binnenkrijgen. Naast vitamine C bevat brocolli ook veel mineralen, vezels en vitamines A,B,K en E. Mocht je ooit brocolli maken is het wel belangrijk om te onthouden dat je deze niet te lang moet koken. Wanneer je het te lang kookt gaat namelijk veel vitamine C verloren ( gezondnu, 2013).