De hartspier van een volwassene trekt zich gemiddeld 70 keer per minuut samen.
We noemen dat een hartslag van 70. Bij de werking van het hart zijn drie fasen te onderscheiden die elkaar steeds opvolgen. In afbeelding 3 zijn deze fasen schematisch weergegeven. Let op de stand van de hartkleppen en van de halvemaanvormige kleppen.
De hartslag begint als de boezems zijn volgestroomd met bloed uit de holle aders en longaders. Het samentrekken van de boezems vindt in beide harthelften gelijktijdig plaats. Het bloed stroomt hierdoor de kamers in ( zie fase 1 ). De kamers zijn ontspannen.
Als de kamers zijn volgestroomd met bloed, vindt het samentrekken van de kamers plaats ( zie fase 2 ). De hartkleppen slaan dicht en verhinderen dat het bloed terugstroomt in de boezem. De druk in de kamers stijgt. Als de druk in de kamers hoger is geworden dan de druk in de aorta en in de longslagaders, worden de halvemaanvormige kleppen opengeduwd. Het bloed wordt tegelijkertijd in de aorta en in de longslagader gepompt. ( zie fase 2 ). Tijdens het samentrekken van de kamers zijn boezem ontspannen.
Hierna vindt hartpauze plaats. Zowel boezems als kamers zijn ontspannen. Het bloed stroomt uit de holle aders en longaders in de boezems en gedeeltelijk al door in de kamers ( zie fase 3 ). De halvemaanvormige kleppen zijn gesloten. Daardoor kan het bloed uit de longslagaders en de aorta niet terugstromen naar de kamers.
Hierna volgt weer het samentrekken van de boezems.
Afb. 3