Deze week gaat het hoofdstuk van Burgerschap over de vaste aanstelling en allerlei zaken die daar mee te maken hebben:
- een arbeidsovereenkomst
- een CAO
- proeftijd
Maar niet alle mensen komen zover: sommige mensen willen het niet, anderen zouden het graag willen maar krijgen het niet.
Vorige week ging het artikel over starre vakbonden en moderne werknemers die zelf hun scholing verzorgen middels personeelsclubs en daar netwerken. Op die wijze moeten ze aantrekkelijk worden/blijven voor de werkgevers. Ze onderhandelen zelf over hun salaris en arbeidsvoorwaarden. In het artikel leek dit het nieuwe Utopia.
Deze keer een tegengeluid: Flexwerk is zo ideaal niet . Opnieuw een artikel uit Trouw.
Lees eerst het artikel en beantwoord daarna de vragen. Als uit je antwoorden blijkt dat het essay niet gelezen is, krijg je geen voldoende.
Vragen
1. Wat is flexwerk precies?
2. Wat zijn de voor-/nadelen hiervan voor een werkgever?
3. Wat zijn de voor-/nadelen hiervan voor een werknemer?
4. Wat houdt het Neoliberale denken in en hoe vertaalt zich dat op de werkvloer?
5. Wat heeft Mark Sennett 's boek nu te maken met deze situatie? Leg uit.
6. Zou jij een flexwerker willen zijn? Leg uit /beargumenteer.
In het hoofdstuk Burgerschap gaat het deze week over het werk: waarom werken mensen, wat voor soorten werk heb je en over formele en informele arbeid.
In het eerste uur denken we na over het verschil tussen vroeger (vorge eeuw) en nu. Wat voor soort mens/werknemer had je in de vorige eeuw en wat voor soort werknemers wil men nu? Althans volgens de visie van de schrijver van het artikel. En, ben jij het er mee eens?
Lees eerst het artikel dat je in de bijlage kunt vinden en ga dan aan de gang met de vragen.
1. Waar streefde de mens uit de vorige eeuw naar als het ging om( het vinden van) een baan?
2. Kun je die houding verklaren?
3. Wat wordt er nu van de huidige werknemer verwacht qua kijk op werk?
4. Kun je dat verschil verklaren?
5. In welke opzichten verandert de arbeidsmarkt?
6. Hoe schoolden mensen vroeger zich bij
7 Schets het scholingsmechanisme van de toekomende tijd
8. Streef jij ook naar zo'n nieuwe houding als toekomstig werknemer of kies je meer voor de oude werknemershouding? Leg uit.