Bij het vorige onderwerp hebben we het gehad over formules. Een voorbeeld is de formule; kosten = aantal appels x €1,50 + €5,00. In deze formule kunnen we de kosten berekenen als we het aantal appels weten. We zeggen dat de kosten afhankelijk zijn van het aantal appels, dit noemen we een verband. We gaan hier deze periode verder op in en kijken naar verschillende verbanden.
Wat gaan we leren;
- Wat een lineair verband is en wat we ermee kunnen.
- Wat een kwadratisch verband is en wat we ermee kunnen.
- Wat een minimum en maximum is en hoe we deze kunnen berekenen.
- Wat een wortelverbadnd is en hoe je deze moet tekenen.