Wat moet je écht weten van de geschiedenis? Er is zo enorm veel gebeurd. Toch hebben sommige gebeurtenissen een grotere indruk achtergelaten dan andere.
In je hele schoolcarrière moet je deze tien tijdvakken meerdere keren behandelen. De herhaling zorgt er voor dat je het makkelijker onthoudt. Scholieren moeten alle tien de tijdvakken één keer hebben behandeld op de basisschool. Ook moeten ze de tien tijdvakken als lesstof krijgen in de eerste twee jaar van het voortgezet onderwijs. En in de laatste jaren van het voortgezet onderwijs moeten de tijdvakken nog eens worden herhaald. In totaal krijg je dus drie keer les over de tijd van de prehistorie, de tijd van de verlichting, maar ook over de moderne tijd.
Om het ons makkelijker te maken hebben ze de tijdvakken genoemd naar de kenmerken. Zo heet de prehistorie de tijd van de jagers en boeren, de verlichting noemen ze de tijd van de pruiken en revoluties en de moderne tijd wordt de tijd van de televisie en computer. Deze namen roepen een beeld op. Dit doet een naam zoals ‘de verlichting’ namelijk niet zo goed. En als je een beeld hebt bij dat wat je leert, leert dat ook makkelijker.
Hieronder vind je een overzicht van alle tijdvakken en de daarbij behorende kenmerken, natuurlijk staat er niet alles op. Bekijk het goed en wellicht dat je de toets goed maakt.