Opdracht 2 Grondwater

Beloning

5 munten

 

Uitleg

Lees de onderstaande tekst goed door en doe de opdrachten.

 

Opdracht

  1. In de tekst wordt genoemd dat plaatsen ontstaan bij waterbronnen of waterputten.
    Zoek in je atlas (Geografische begrippen) drie plaatsen in Nederland op waar in de  plaatsnaam terug te vinden is dat het gaat om een waterput of waterbron
    Schrijf deze 3 plaatsnamen (toponiemen) op.
     
  2. Maak een stripverhaaltje van minimaal vijf raampjes/kadertjes over iemand die in de woestijn leeft en daar een waterbron/waterput maakt.

In het stripverhaal maak je een aantal begrippen duidelijk
-           grondwater
-           grondwaterspiegel
-           artesische bron
-           (on)doorlatende lagen

 

Water ondergronds
Hoe komt water onder de grond terecht?

Onder de oppervlakte van het land bevindt zich een verborgen oceaan van water.
A)      Een deel daarvan is water opgesloten werd toen poreus gesteente naar
         beneden zakte,
B)      een ander deel drong als smeltwater van gletsjers uit de ijstijd de grond binnen.
C)     Maar het meeste ondergrondse water komt toch van re­cent gevallen regen en   
        gesmolten sneeuw.

Het vocht sijpelt door poriën en scheu­ren in de bodem en zelfs door hard gesteente en komt pas tot rust als het een ondoorlatende laag bereikt. Daarna begint het de open (poriën)ruimtes in die laag op te vullen, waardoor deze met water verzadigd raakt.

Een doorlatende formatie die water vasthoudt wordt een watervoerende laag of aquifer genoemd, een Latijnse naam die `waterdrager' betekent. Sommige van deze watervoerende lagen bestaan uit zand of grind. Het meeste gesteente is in staat een hoeveelheid water vast te houden maar de kalk- en zandsteen kunnen van al het gesteente  het meeste water vasthouden.
Het water in zo'n onderaards reservoir wordt grondwater genoemd, terwijl het water in meren en rivieren als oppervlaktewa­ter wordt aangeduid. Het tappen van grondwater uit bronnen en putten is in sommige streken de enige manier om aan zuiver drinkwater te komen.

 

Wat is de grondwaterspiegel?

Het komt weinig voor dat aquiferen tot aan het aardoppervlak verzadigd zijn. De bovenste grens van de verzadigde zone wordt de grondwaterspiegel genoemd.

Hoe diep de grondwaterspiegel onder de oppervlakte ligt, hangt of van de jaar­lijkse hoeveelheid regen en van andere factoren, zoals de hoeveelheid water die door de mens wordt afgetapt. Men kan de grondwaterspiegel zien door in een ondiepe waterput te kijken: zie je in de diep­te het water glinsteren dan is dat  het niveau van de grondwater­spiegel.

 

Waar komt bronwater vandaan?

Het is geen toeval dat zoveel plaatsen naar bronnen zijn genoemd. Bronnen immers behoren tot de oudste waterleveranciers van de mens. Het Engelse woord voor bron is spring en zo zijn er bijvoor­beeld Springs in Zuid-Afrika, Alice Springs in Australia en meer dan zeven­tien plaatsen in de Verenigde Staten die Springfield heten.

Deze natuurlijke opwellingen van on­dergronds water komen op veel plekken voor. Sommige bronnen zijn maar heel klein terwijl bij andere het water naar buiten stroomt. Uit sommige bronnen  stro­men miljoenen liters per minuut.

Soms ontsnapt het water door scheuren in een laag ondoorlatend ge­steente waaronder zich een aquifer be­vindt. Maar de meeste bronnen komen voor op plaatsen waar een aquifer in con­tact komt met een glooiend landopper­vlak en het water door zachte steenlagen of scheuren naar buiten kan.

 

Hoe functioneren artesische putten?

Al in de 12de eeuw merkten monniken in het Franse Artois op, dat de putten daar heel anders waren dan elders. Wanneer men een put sloeg kwam het water onder druk naar de oppervlak­te en soms spoot het zelfs omhoog. Zulke putten, wor­den artesische putten genoemd..

Artesische putten komen alleen onder bepaalde omstandigheden voor.
Om te beginnen moet de watervoerende laag zich in een hellend vlak bevinden en over een aanzienlijke afstand aflopen. Boven­dien moeten twee ondoorlatende lagen de aquifer insluiten. Oppervlaktewater dringt het bovenste deel van de aquifer

binnen en beweegt zich langzaam naar beneden. Het water in het diepste gedeel­te van de aquifer, dat tussen de ondoor­laatbare lagen gevangen zit, staat door het watergewicht onder hoge druk. Wan­neer door de bovenste laag een put wordt geboord, vindt de druk een uitweg. Als de druk hoog genoeg is, spuit het water als een fontein

 

Zijn alle oasen hetzelfde?

Voor een vermoeide woestijnreiziger is er niets fijner dan een oase, een eiland van vegetatie in een verder onvruchtbaar gebied. In de Sahara bijvoorbeeld worden veel oasen al eeuwenlang bewoond door mensen die hun watervoorraad gebruiken om dadelpal­men en andere gewassen te bevloeien.

Oasen komen voor omdat zich zelfs onder de droogste woestijnen grondwater bevindt. Op plaatsen waar de grondwa­terspiegel dicht genoeg aan de opper­vlakte ligt, worden vaak putten gegraven om oasen te laten ontstaan. Door wind uitgestoven holtes zijn vaak diep genoeg om de grondwater­spiegel bloot te leggen.