Numerieke waarden

Soms wil je geen schakelaar, (draai)knop of een andere externe bron gebruiken om iets in te stellen, dan kun je ook een code gebruiken om een numerieke waarde in te vullen als gebruikersinput.
Hiervoor gebruik je de volgende coderegel in je bestaande programma:

int waarde = 999;

De naam 'waarde' kun je veranderen voor iets wat je zelf wil, bijvoorbeeld 'lichtsterkte'.
Dit is de naam van de variabele.
De waarde van de variabele (999 in dit voorbeeld) kun je naar je eigen wil veranderen.
Je kunt alleen gehele waarden instellen.

Decimale getallen gebruiken

Als je een decimaal getal in wil vullen kun je een andere code invoegen in je bestaande programma, namelijk de volgende:

float waarde = 10.5;

Ook hier kun je de naam van de variabele en de waarde weer veranderen.

Code verder uitbreiden

Dit soort codes kun je niet alleen gebruiken om input te geven aan het programma, maar ook om berekeningen uit te voeren, op dezelfde manier als beschreven bij de POT-meter.
Zo is het mogelijk om een nieuwe waarde te berekenen aan de hand van gegevens uit je gebruikersinput in combinatie met iets wat je Arduino meet met een sensor.
Een voorbeeld van een dergelijke code om toe te voegen aan je huidige programma staat hieronder:

int waarde = 12;
int sensor = analogRead(A0);
float factor = 10.5;
float uitkomst = waarde * factor * sensor;

 

 

Belangrijke opmerking bij het schrijven van een code

Let bij het gebruik van dit soort codes op het maken van typfouten.
Je vergeet snel een puntkomma of gebruikt een kleine letter in plaats van een hoofdletter.
Als je dat doet werkt je code niet meer. Een dergelijke fout heet een syntax fout.
De software van de Arduino kan zulke fouten vinden en benoemen als je de code checkt met de 'verify' knop (zie onderstaande afbeelding).