Drukschakelaar

Als je een systeem gaat ontwikkelen, dan wil je dat het systeem uiteindelijk de dingen doet die jij instelt. Dit noem je gebruikersinput.
Er zijn verschillende manieren waarop je een systeem kan laten doen wat je wil.
Enkele voorbeelden hiervan zijn het gebruik van schakelaars, knoppen of een numerieke waarde.

De Arduino maakt gebruik van codes.
Om een LED (of ander apparaat) aan te laten gaan door het drukken op een knop (een knop zonder geheugen in dit voorbeeld) kun je onderstaande code gebruiken:

// start de code
void setup() {
pinMode(12,OUTPUT); // Dit is de uitgang waarop de LED of het apparaat is aangesloten
pinMode(4,INPUT); // Dit is de ingang waarop de drukknop is aangesloten
}
// door het instellen van een loop blijven de volgende stappen zich eindeloos herhalen
void loop() {
// Als er een hoog signaal van de knop is treed de LED of het andere apparaat in werking, anders blijft hij uit.
if(digitalRead(4) == HIGH)
{
digitalWrite(12,HIGH);
}else
{
digitalWrite(12,LOW);
}
}

Ga zelf eens uitzoeken wat er gebeurt als je een waarde ( bijvoorbeeld HIGH/LOW) in de code verandert.

Code uitbreiden

Programmeer codes kun je eindeloos uitbreiden. De bovenstaande code kun je verder uitbreiden door de LED langer te laten branden dan dat je de knop indrukt.
Om dit te kunnen doen moet je dingen uit een vorige code toevoegen. 

Ga eens verder experimenteren met de huidige code.