Je hebt allerlei verschillende planten en dieren. Die planten en dieren leven op bepaalde plekken. Sommige planten en dieren zie je op veel verschillende plekken. Andere planten en dieren hebben een sterke voorkeur. Je hebt bijvoorbeeld:
Omgekeerd kun je ook zeggen dat in bepaalde gebieden bepaalde planten en dieren vóórkomen. Zo kun je langs water of in weilanden ooievaars zien. Ze zijn daar op zoek naar voedsel. In bossen kom je weer andere dieren tegen. |