De nummers 4 t/m 9 hebben betrekking op verliezen die een directe invloed hebben op de OEE.
Routinestilstanden zijn vooraf gepland, bijvoorbeeld ombouwmomenten. Als we routinestilstanden in mindering hebben gebracht op de geplande tijd spreken we van productietijd.
Wanneer er tijdens de productie aan- of afvoerproblemen onstaan dan noemen we dit logistieke verliezen. Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een tekort aan verpakkingsmateriaal bij de inpaklijn. De machine kan zonder verpakkingsmaterialen immers niet inpakken! De productietijd - logistieke verliezen noemen we bruto machine tijd. Deze staat in de vijfde balk in de afbeelding.
Tijdens de productie kunnen ook technische storingen optreden die langer dan 10 minuten duren en die door de technische dienst verholpen moeten worden. Als we de technische storingen in mindering brengen op de bruto machine tijd spreken we van afvultijd, balk 6.
Sommige storingen duren korter dan 10 minuten en deze kunen door de operators zelf verholpen worden. Dit noemen we korte stilstanden. Na verrekening van deze korte stilstanden spreken we in balk 7 over verantwoorde tijd.
Wanneer de machine de geplande productieaantallen per minuut niet haalt noemen we dit snelheidsverliezen. De tijd die overblijft zonder de snelheidsverliezen noemen we netto machine tijd.
Als de geproduceerde producten niet voldoen aan de gesteld kwaliteitseisen / specificatie noemen we dat kwaliteitsverliezen. Na aftrek van kwaliteitsverliezen, in balk 9, blijft de effectieve tijd over.