6. Schrijfdoel

Bij alles wat de schrijver schrijft wil hij dat er iets gebeurt. Hij wil dat de lezer iets gaat doen of denken. De reden waarom de schrijver zijn tekst schrijft, noemen we het schrijfdoel.

We kennen vijf schrijfdoelen:

A activeren
B amuseren
C informeren
D overtuigen
E Instrueren

A. Activeren (tot handelen aansporen): De lezer moet iets gaan doen.
Tekstsoorten: activerende tekst, zoals: pamflet, open brief, reclame/advertentie, recensie

B. Amuseren: De schrijver wil dat de lezer geniet van de tekst. Alle verzonnen teksten vallen hieronder.
Tekstsoorten: amuserende tekst, zoals: gedicht, column, verhaal, opstel, liedtekst, cabarettekst, sprookje, roman (leesboek)

C. Informeren: De schrijver geeft alleen maar informatie.
Tekstsoorten: informerende tekst, zoals: nieuwsbericht, logboek, notulen, encyclopedietekst

D. Overtuigen: De schrijver wil dat de lezer zijn mening overneemt.
Tekstsoorten: overtuigende tekst, zoals: betoog, ingezonden brief, commentaar, achtergrondartikel, column, recensie

E. Instrueren: De schrijver wil de lezer uitleggen hoe de lezer iets moet doen.
Tekstsoorten: instruerende tekst, zoals: handleiding, recept


Oefenen met Stercollectie