4. Tekstsoorten en tekstdoelen

Een tekst wordt niet zomaar geschreven. Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen. Maar welk doel?

Er zijn verschillende tekstsoorten. Hier zijn ze zo overzichtelijk mogelijk in een schema weergegeven:

Tekstdoel Tekstsoort
De lezer informatie geven: iemand iets nieuws vertellen. Voorbeelden: schoolboekteksten, teksten in studieboeken, nieuwsberichten, artikelen in kranten en tijdschriften, gebruiksaanwijzingen, recepten, handleidingen.
De lezer een mening vertellen, iemand vertellen wat je van iets vindt.                                                                                                               Voorbeelden: dagboek, weblog, liefdesbrief, recensie

De lezer vermaken of amuseren: iemand iets grappigs of boeiends vertellen.

Voorbeelden: jeugdroman, verhaal, gedicht, cabaret, sinterklaasrijmpjes.
De lezer overtuigen: iemand redenen geven waarom je gelijk hebt. Voorbeelden: ingezonden brief, betoog
De lezer overhalen: iemand in actie laten komen. Voorbeelden: reclameteksten

 

Oefening A

 

HOE OVERLEEF JE EEN VLIEGTUIGONGELUK?

Wie in een vliegtuig neerstort, heeft weinig kans het na te vertellen. Toch komt het voor, dat mensen als door een wonder gered worden, zelfs als alle andere passagiers omkomen.
Op kerstavond 1971 steeg een passagiersvliegtuig op van Jorge Chavez International Airport in Lima op weg naar Peru. Toen het vliegtuig op 21.000 voet vloog en een half uur onderweg was, werd het getroffen door onweer. Het toestel begon te duiken en door de geweldige luchtdruk brak een vleugel af. Het vliegtuig stortte neer in een onherbergzaam oerwoud. De 17-jarige Duitse Juliane Koepcke was de enige die overleefde. Zij zocht zonder resultaat naar haar moeder en begon daarna hulp te zoeken. Negen dagen zwierf ze door het Amazonegebied. Tot haar grote geluk vond ze een kano en een tent, die aan houthakkers bleken toe te behoren. Die namen haar mee naar hun basis, vanwaar ze naar een ziekenhuis kon worden gevlogen.
vaak overleven juist kinderen of cabinepersoneel, al begrijpt niemand precies waarom. Wat wel te begrijpen is: vaak zitten de overlevers achterin het toestel. Als het vliegtuig de grond raakt met de neus, zijn de overlevingskansen achterin groter omdat de klap voorin is opgevangen. Ook vluchtrecorders worden om deze reden juist in de staart van het toestel bevestigd.

 
Beantwoord de volgende vragen.
  1. Wat is het doel van de tekst?
  2. Waarvan probeert de schrijver ons te overtuigen?

Ga nu naar les 2: Stercollecties (Je mag stap 5: eindopdracht overslaan!)