Het werkwoordelijk gezegde, afgekort WG, bestaat uit alle werkwoorden uit de zin. Het werkwoordlijk gezegde kan dus uit één of meer werkwoorden bestaan.
Voorbeeld: Jos gaat naar huis.
Er zit één werkwoord in deze zin, namelijk de persoonsvorm gaat. WG= gaat
Voorbeeld: Jos is naar huis gegaan.
Er zitten twee werkwoorden in deze zin, namelijk de persoonsvorm is en het werkwoord gegaan. WG= is gegaan
Oefening 1: maak de oefening op Cambiumned
Nog een paar oefeningen:
werkwoordelijk gezegde – 01
werkwoordelijk gezegde – 02
werkwoordelijk gezegde – 03