Wat is een persoonsvorm (pv)?

De persoonsvorm (pv) is altijd een werkwoord en je vindt de persoonsvorm op drie verschillende wijzen:

  1. Zet de zin in het enkelvoud/meervoud
  2. Zet de zin in een andere tijd
  3. Maak een vraagzin

Een ezelsbruggetje om dit te onthouden: Mtv.

 

1. Enkelvoud ⇒meervoud of meervoud ⇒enkelvoud
Jan werkt bij de supermarkt. (=enkelvoud)
Jan en Fien werken bij de supermarkt. (=meervoud)
Het werkwoord werkt verandert, dus werken= pv.

2. Tegenwoordige tijd ⇒ verleden tijd of verleden tijd ⇒ tegenwoordige tijd
Bart maakte een doelpunt. (=verleden tijd)
Bart maakt een doelpunt. (=tegenwoordige tijd)
Het werkwoord maakte verandert, dus maakte = pv.

3. Bij een vraagzin komt de persoonsvorm vooraan te staan. Let op: Dit werkt niet als de zin al vragend staat en begint met een vraagwoord of als er meer dan één persoonsvorm in de zin zit!

Lotte roept haar broertje.
Roept Lotte haar broertje?
Het werkwoord roept staat vooraan, dus roept = pv.

 

Nu ga je zelf oefenen.

Cambiumned
Taak 1
Herken de persoonsvorm (bij deze oefeningen zitten er meerdere pv in één zin)

 

Extra uitleg nodig?

 

Les 2 vind je hier.