Wat kan ik straks?
Aan het eind van dit thema kan ik:
- Het verschil tussen een lijn en een lijnstuk uitleggen;
- Uitleggen wat wordt bedoeld met loodrecht en met evenwijdig;
- Uitleggen wat we in de wiskunde bedoelen met afstand en diagonaal;
- Diverse tekens gebruiken om het aflezen van een figuur gemakkelijker te maken;
- De begrippen cirkel, straal en middellijn gebruiken;
- De bekendste vlakke figuren beschrijven en de diverse eigenschappen benoemen:
- Driehoek
- Vierkant
- Rechthoek
- Parallellogram
- Ruit
- Vlieger
- De omtrek van een vlak figuur uitrekenen of schatten;
- Lengtematen omrekenen;
- De oppervlakte van een vlak figuur uitrekenen of schatten;
- Oppervlaktematen omrekenen.