Stappenplan voor verwerking van jouw culturele activiteit

Welkom!

Je gaat de komende 90 minuten aan de slag met ckv opdrachten op de computer.

Het is belangrijk om tijdens het werken aan je verwerkingsopdrachten goed op de tijd te letten, je hebt 20 minuten de tijd per opdracht.

Lees alles zorgvuldig door en volg de instructies stap voor stap. Zo kom je tot een eindresultaat dat beoordeeld kan worden.

Je werkt zelfstandig en stil aan de opdrachten.

Sla wat je gemaakt hebt goed op in een word-document, lever je document in via de ELO opdracht >  4(B/C/D) TW2

___________________________________________________________________________________________
                                                                                                                                                       

Bekijk eerst dit overzicht van de verschillende opdrachten, ga daarna aan de slag met opdracht 1

1. Maak een associatie-collage waarin je zo goed mogelijk je 4de activiteit in een collage zichtbaar maakt  - 20 minuten

2. Bedenk en ontwerp een prijsvraag (denk aan je 4de culturele activiteit) en maak deze digitaal - 20 minuten

3. Vergelijk museumwebsites en beantwoord vragen over vormgeving, gebruiksvriendelijkheid e.d. - 20 minuten

4. Bedenk een kunstuiting voor het schoolgebouw - 20 minuten

 

____________________________________________________________________________________

Ga naar opdracht 1

 

 

 

Opdracht 1 (20 minuten)

Maak een associatie-collage van je vierde activiteit.

Noteer eerst je associaties (woorden/beelden die bij je opkomen) - dat kan naar aanleiding van de inhoud van je activiteit zijn, of van de vormgeving, de locatie, je beleving, de sfeer, enzovoorts.

Verzamel met jouw associaties in gedachten allerlei mogelijke afbeeldingen/ foto's die je op internet kunt vinden en die jouw ervaring en de beleving van je activiteit goed weergeven. Let op: je mag geen afbeeldingen van de activiteit zelf gebruiken!

Verwerk je plaatjes in een document. Dat kun je doen in Word, of in een ander programma, dat je graag gebruikt. Je mag de plaatjes die je gebruikt ook aanvullen met woorden, maar het hoeft niet.

Denk na over hoe je de verschillende plaatjes en woorden inplakt (kleurgebruik, draaien of knippen van de afbeeldingen) en voeg de afbeeldingen samen tot één geheel, zodat het een kunstwerk wordt.

Een collage is meer dan een verzameling losse afbeeldingen!

 

Sla je collage goed op.

Ga dan verder met opdracht 2.

 

 

Opdracht 2 (20 minuten)

Bedenk een prijsvraag en maak daarvoor een formulier

 

Stel een prijsvraag op voor bezoekers van de door jou bezochte culturele aciviteit (museum/ theater/ bioscoop/ concertzaal/ expositie/ etc.)

Let op: de bezoekers kunnen deze prijsvraag na hun bezoek maken. De vraag behoort dus van niveau zijn. Het antwoord mag niet zomaar door anderen te vinden zijn via het internet.

A  Bedenk de prijsvraag.

-> Bedenk het doel waarmee de prijsvraag wordt uitgeschreven: de artiest / het museum / het evenement wil dat de bezoekers extra goed kijken of luisteren naar wat er gepresenteerd wordt.

-> Houd rekening met de doelgroep: kinderen, jongeren, volwassenen, etc.

 

B  Maak een zorgvuldig en netjes vormgegeven prijsvraag-formulier (A4) in Word. Zorg voor

->  een duidelijke gebruik van tekst en afbeeldingen

->  een inleverstrook  

->  één of meer prijzen! Bezoekers willen graag meedoen aan een prijsvraag als ze weten wat dzij kunnen winnen. Zorg dat er een verband is tussen de activiteit en de prijzen.

->  Geef op het prijsvraag formulier ook duidelijk aan waar de bezoeker na het bezoek de antwoordstrook kan inleveren.

 

C Wanneer je klaar bent, sla dan het door jou opgestelde en vormgegeven prijsvraagformulier op.

 
Let op je tijd en ga hierna verder met opdracht 3

 

 

Opdracht 3 (20 minuten)

Vergelijk museumwebsites

Maak een Top 3 van de musea, die jouw interessant of leuk lijken om te bezoeken.

Het maakt niet uit waar deze musea staan.

Bezoek de websites van de musea in jouw Top 3.

 

Vergelijk deze websites en beantwoord per museumwebsite de volgende vragen in hele zinnen:

1. Spreekt de website een bepaalde bezoekers doelgroep aan? Zo ja: welke?

2. Welke *vormgevingsaspecten van de website spreken jou aan?

(*vormgevingsaspecten; indeling, kleurgebruik, lettertype, foto's, lijnvoering, vlakken enz.)

3. Komt er door de website goed naar voren wat er te zien/doen is in het museum?

4. Op welke manier maakt het je nieuwsgierig?

5. Is de informatie over het museum overzichtelijk en makkelijk te vinden, of kan de website meer gebruiksvriendelijk worden? Op welke manier? Geef één tip!

 

Sla je werk goed op en ga verder met opdracht 4

 

 

 

 

Opdracht 4 (20 minuten)

Bedenk een kunstuiting voor onze school

Inmiddels is ons schoolgebouw voor jou waarschijnlijk niet 'nieuw' meer en ben je er helemaal aan gewend. Afgelopen kerstvakantie zijn op enkele plaatsen kleurvlakken op de grijze muren aangebracht. In de aankleding zou misschien nog wel iets kunnen worden toegevoegd. 

> Hoe kan volgens jou de beleving van de gebruikers van het schoolgebouw positief worden beïnvloed?

> Welke kunstvorm* zou jij daarvoor willen gebruiken en waarom?

(*kunstvormen: dans, theater, beeldende kunst zoals schilderijen, beelden, foto's, film, muziek, architectuur, design.)

> Hoe zou jouw kunstwerk er concreet uit komen te zien? Beschrijf! Je mag ook illustraties gebruiken

> Waar in het gebrouw wordt het kunstwerk ervaren?

 

 

Sla je antwoorden op in je document.

 

Afronding

Als je alle opdrachten hebt gedaan, of wanneer de tijd er op zit, zorg je dat het werk goed wordt ingeleverd. Als het goed is heb je nu 4 opdrachten gemaakt. Deze heb je opgeslagen in één word-document, of in een word-document en een PDF.

Lever je documenten in via de ELO in de opdracht 4(B,C,D) TW2